United States or Puerto Rico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wat ware het dan niet geweest, indien de tijd tot werken haar volstrekt hadde ontbroken? Godelieve gevoelde wel, hoe zij zich het nuttigst maken kon. Zij ijverde met eene wonderbare aanhoudendheid om vrouw Damhout allen huisarbeid te sparen, en wanneer zij zelve niets meer te doen wist, greep zij naald en garen en naaide mede aan het grofste lijnwaad.

De wintermuggen zijn aan 't dansen, ommentomme, zoo wit als muldersmeel, zoo wit als molkenblomme . Ze varen hooge, in 't vloe; ze dalen diepe, in de ebbe; ze weven, heen en weêr, hun' witte winterwebbe. Hun' winterwebbe zal, dat lijnwaad zonder vlekken, den zuiverlijken schoot van moeder Aarde dekken.

"Fijn lijnwaad, Edele Vrouw?" vroeg hij, terwijl hij een stuk linnen ontrolde, zoo helderwit van kleur als versch gevallen sneeuw. "Of prachtige zijde? Fijner en schooner is er nog niet gezien, dat verzeker ik u. Zie eens welk een heerlijk beeldwerk daar met gouddraad op aangebracht is." "'t Is waarlijk schoon, kramer," zeide de edelvrouwe begeerig. "Wat is de prijs van dit stuk?"

In de kamer zelve stonden twee lage bedden, met fijn lijnwaad bedekt, met geborduurde kussens, met dekens van kleurige bombyx. Er lag een panthervel. Er brandden de pitten in de bronzen lamp. Er schemerde een metalen spiegel op een rood marmeren tafel, door gebeeldhouwde griffioenen getorst. Aan bronzen haken hingen kleurige kleederen....

Zij werd getrokken door zes grauwe muildieren, die met sneeuwwitte dekken van het fijnste lijnwaad behangen waren. Op elk dier zat eene in het wit gekleede gestalte met een fakkel in de hand; doch op een troon op de kar zelve vertoonde zich eene dame, in een langen golvenden sluier van zilverstof gehuld, waarop een tallooze menigte gouden sterretjes flonkerden.

De frissche, vochtige nachtdauw koelde zijne handen en wangen en een windeke speelde nauw voelbaar door 't lijnwaad van zijnen kiel, over zijn lijf. Hij zocht door de schemering in de lucht en raadde den warmen zonnedag die vandage uit het Oosten groeien moest. En nu vooruit met 't voornemen haastig te gaan, den langen, eentonigen weg.

Er waren er gekleed als landsknechten, maar in fijn, helderwit lijnwaad, uitgesneden aan de borst, uitgebekt aan mouwen en beenen, aan het wambuis, zoodat men heure donzige huid kon zien; op het hoofd droegen zij fijn lijnwaden kappen, met goud afgelegd, en met schoone wapperende struisvogelpluimen.

De veroordeelde Herman, in zwart lijnwaad gekleed, zat met eenen priester achter in het ruim van den wagen; Geeraart met het groote zwaard bevond zich nevens zijnen knecht op den voortrein. Zeggen wat er in het hart van den jongen beul omging, ware niet mogelijk, vermits zijn gelaat niets getuigde; hij hield zijne blikken nederwaarts gevestigd en bezag het volk niet.

Welnu, beminde vrouw, achter dat wij nog heel lang gereden hadden zijn wij aan de zee gekomen, die zoo blauw is als het blauwsel waarmede gij almets het lijnwaad wascht. Daar kunt gij u geen gedacht van maken, het is precies gelijk of er blauwe verwe in gegoten was.

Het bevat een paar hemden en ander lijnwaad, die de zorgende huisvrouw, zoodra zij van hare dienstmaagd gehoord had, dat haar man "uit de stad" ging, hem nazond. "Wat moet dat?" vraagt Henrik, verwonderd. "Schoon linnen;" antwoordt Stijntje: "dat vrouw Barta u zendt." "Neem 't maar weer mee," herneemt Henrik, terwijl hij lachend het hoofd schudt; "ik zal 't wel niet meer noodig hebben.