United States or Bouvet Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wil ook tans onze Leidsman en Raadgever zijn, en ons voorlichten, waar wolken van gevaar, vrees en twijfel ons in duisternis en droefenis hullen. O Heer! leer ons wat wij moeten doen, om het verder vergieten van onschuldig bloed te beletten, en om hen die onschuldig bloed in stromen hebben vergoten, te straffen.

Uw armen zijn marmeren zuilen Uw lichaam mijn levend altaar, Mijn droefenis kan ik ontschuilen Mijn blijdschap belijd ik u daar. Gij straalt, marmerblank aan de poorte Van mijn scheem'rende vrouwenziel, 't Is het uur mijner wedergeboorte Het uur, waarop ik viel Omvattend, uw blanke knieën Kussend uw Koningsvoet, U zingend de litanieën, Waarmee, men de Godheid begroet."

Mettertijd ging die booze stemming over, en ik vatte het plan op om te leven, maar om neêrslachtigheid te dragen zooals een koning zijn purper draagt: nooit zoû ik weêr glimlachen, ieder huis waar ik binnentrad, zoû ik maken tot een huis van rouw, ik zoû mijn vrienden in loome droefenis met mij doen wandelen, ik zoû hun leeren dat droefgeestigheid het ware geheim des levens is, ik wilde hen verlammen met de smart van een ander, ik wilde hun leven verderven met mijn eigen leed.

Het afscheid van zijn vrouw en dochters is treffend geteekend: Scherp als de pijn van nagels, die men afrukt van de hand, Zoo voelde hij zijn droefenis, toen hij verliet zijn land. En telkens wendde hij den blik, het hart vervuld van rouw, Bij d'aanblik van zijn dierbaarst goed: zijn kinderen en vrouw.

Scheldt hem de te harde straf kwijt. ” „„Thans is zijn vuur gedoofd,” sprak de Koning der geesten, „maar in den rampzaligen tijd, wanneer de sprake der natuur voor het ontaarde geslacht der menschen niet meer verstaanbaar zal zijn, wanneer de geesten der elementen binnen hunne regionen gebannen, slechts uit eindelooze verte door doffe herinneringen tot de menschen zullen spreken, wanneer aan den harmonischen kringloop ontrukt, enkel een oneindig verlangen hem de duistere konde brengen zal van het wondervolle rijk, dat hij eens mocht bewonen, toen geloof en liefde zijn gemoed nog vervulden, in dezen rampzaligen tijd zal de vuurkracht van den Salamander zich opnieuw ontsteken, doch slechts tot mensch wast hij op en hij moet, geheel opgaand in zijn kommervol bestaan, diens droefenis dragen.

verhaalt ons de droefheid van een krijgsman, die in zijn diepen kerker niet bemerkt, hoe de jaren wisselen en hoe de maan wast en afneemt: Ach, droefenis woont in mijn hart, hoe schoon de Mei ook straalt, Ik weet niet, dat de dag ontwaakt, en dat de avond daalt; Eéns zong een blijde vogelstem bij 't rijzen van de zon; Dan wist ik, dat de nacht verdween, en dat de dag begon.

Zoo gij staan blijft om te willen hooren, Voor zeker zegt mij, te midden van mijne zuchten, mijn hart, Dat gij weenende er voorts uit zoudet gaan. Zij heeft verloren hare Beatrice, En de woorden die 'n mensch van haar kan zeggen, Hebben vermogen om een ander te doen weenen." Gij ziet hieruit, hoezeer de Dichter, de geheele wereld reeds begint te zien in het licht van zijne droefenis.

Gij zult de beteekenis dezer sage leeren kennen en in het gewenschte rozenland van uwen echt, nu kalme dan onrustige, nu zoete dan bittere uren doorleven. Zoolang gij kind waart, Sappho, zijn uwe dagen zonder eenige droefenis, als een lentedag voorbijgegaan.

Nadat mijne oogen een tijdlang geweerd hadden en zòò vermoeid waren dat ik door hen niet langer mijn droefenis kon uitstorten, bedacht ik te trachten haar uit te storten door eenige klagelijke woorden; en daarom nam ik mij voor eene canzone te maken, in welke ik klagende zou verhalen van haar, door wie eene zoo groote smart tot verwoesteres van mijne ziel gemaakt was, en ik begon toen eene canzone welke begint: "Mijn oogen, droevend om 't gepijnigd hart...." En opdat deze canzone aan het slot meer verweduwd moge lijken, zal ik haar verdeelen vòòr ik haar neerschrijf: en deze manier zal ik in het vervolg volhouden.

»Het is een waar verhaal van droefenis, beproevingen en leed, jonge manhernam de heer Brownlow, »en zulke verhalen zijn gewoonlijk lang; als het vertellen kon van onvermengde vreugde en geluk, zou het heel kort zijn. Ten laatste stierf één der rijke bloedverwanten, aan wiens belang en positie uw vader was opgeofferd, zooals zoo dikwijls gebeurt, het is niets bijzonders.