United States or Sri Lanka ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ja hij moest eens beginnen! al is hij nog zoo in dienst van een gravin, ik zou hem gravinnen: ik ben oom en voogd van Klaartje, en ik zal wel oppassen dat hij haar zelfs geen onnoozelen zoen geeft: ik denk altoos; met kleine lapjes leert de hond leêr eten: vuur en stroo dient niet alzoo: geef den duim, dan...." "Nu, maar met wie vrijde hij dan?" vroeg Joan, dien vloed van spreekwoorden stuitende.

Daar is broeder Sicco, die heeft juist zulk een voorval gehad: hij was een fiksche boerenknaap en vrijde naar de dochter van den rijken Juwe Donia: maar toen de zaak zoogoed als klaar was, liet zij hem zitten en nam Agge Hettinga, die toch lang zulk een schoone kerel niet was.

En toch, toen 't woest geschreeuw bedaarde, Dat zelfs zijn roeijers dra verdroot, En 't paar weêr rust'loos op hem staarde, En half hem smeekte en half gebood, Was hij niet slechts gereed te kweelen, Maar werd zijn toon zoo vol, zoo vrij, Of 't lief tooneel van vrijerij, Dat blanke Maas of gulden IJ Op 't marmer van zijn vloed zag spelen, Een warmte hem mogt mededeelen, Als reed hij schaats, als vrijde hij:

Hij troostte zich echter met de gedachte dat een ander van zijn afstammelingen de misdaad zou wreken en hij dus de genoegdoening zou krijgen die een echte Noorman altijd verlangde. De zwijgende god. Men verhaalt dat Odin eens verliefd was op de schoone reuzin Grid, die woonde in een spelonk in de woestijn en dat, toen hij haar vrijde, hij van haar gedaan kreeg dat zij zijn vrouw werd.

Bekker had een vaag besef dat-i alle kantoren wilde afbreken, Ploeger wilde zijn baas z'n eigen klokken laten inpakken en er bij gaan staan met een sigaar in z'n hoofd en vloeken op die kerels die nooit iets goed konden doen. Eéns waren we 't, dat we "eruit" moesten. Waaruit, en hoe? Eigenlijk deden we niets anders dan praten, rooken, drinken en boeken lezen. Bavink vrijde bovendien nog met Lien.

Geheel als raadsel op te vatten is een sprookje als het volgende, ons door Waling Dijkstra, Uit Friesland's Volksleven II, bl. 143 meegedeeld: Er was eens een meisje, dat vrijde met een ruiter. Zij wist niet, hoe die ruiter heette en evenmin, wie hij was.

De wijze nu, waarop Dries Riek zijn Geesje vrijde en trouwde was een recht staal van Noordhollandsche zeden en, uit zijn eigen mond opgeschreven, aldus: "Dinsdag anësniejen, vrijdag anëteekend. Je zelt zeggen: hoe dat zoo haastig? Maar we waren met zijn drieën jonge borsten vrijgezel, en we hadden mekaar der de hand op 'geven; die 't lest trouwt, die zei 't gelag betalen. Nou, den iene van ons die was al weg, met de Franschen, weetje; daar hebben we nooit meer van 'hoord. Doodgeschoten, wil ik denken, deur de kezakken. Maar zaterdag hoor ik, dat me broer die was dan eindelijk de derde man, verstaje! trouwen gong. Ik denk, jonges! 't gelag betalen, en gien waif; dat geet niet an. Nou, 's zundags gong ik er op uit, hoor; maar ik wier gesteurd. Deer ik toe kwam, was gezelskap; dat kon 'k al hooren, weetje, buiten de deur. 'k Docht, nien! deer pas ik niet. Maar dinsdag; toe vond ik er iene. En toe kreeg ik 't klaar. Ze kon me wel; maar toch alevel, d

Kunt ge haar niet wegzenden en een andere kindermeid nemen?" "Neen, dat kan ik niet. Zij is het eenige gemak, dat ik heb. Waar vind ik een andere vrouw, die zoo goed japonnen kan maken als zij? ze wint mij wel honderd pond in het jaar uit en het kan me niet schelen, al vrijde zij met vijftig spoorwegbeambten.

Odo en André, de rijke boerenzonen, hielden zich afgezonderd in hunnen hoogmoed, maar de gezellen uit dezelfde buurt zaten den linkschen hoek vol en loechen en praatten onder elkaar en, ze begekten den ouden Filie die vandage zijne geboden kreeg van den preekstoel om de aanstaande week te trouwen ... met een meisje dat hij al veertien jaar vrijde!

Vrijen beteekent ook het minnelijk omgaan met elkander van twee gelieven, maar ieder voelt in de taal het verschil tusschen »vrijen om« en »vrijen met«, gelijk bij Petrus Stastok's eerste minnekoozerij, zoo wreed door Rudolf van Brammen verstoord, de jongeling met Koosje van Naslaan vrijde en misschien wel den moed zou gehad hebben later om haar te vrijen, als de jonge wijnkooper uit de naburige stad hem niet vóór geweest ware.