Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 mei 2025


Maar aan Willems, die in geen opzicht een valkenblik had, gaven dat breede voorhoofd, die harde trekken en die omsluierde oogen alleen den indruk van logheid en slaperigheid, waarvan hij maar niet zoo op eens kon terugkomen, hoewel hem bij de vastheid, die er op dat gelaat te lezen stond, toen de knaap riep: »Ik wil kunstenaar worden," een licht had moeten opgaan. »Gij kunstenaar worden," herhaalde hij nogmaals, en had moeite een glimlach van medelijden te bedwingen bij de verwatenheid van den onnoozelen hals. »Maar hebt gij u wel voorgesteld, wat daar al niet toe behoort, welk eene heerlijke roeping het is, maar ook welk een armzalig handwerk voor wie het niet verder kan brengen dan de middelmatigheid, en 't is nog de vraag of gij, gij daar niet beneden zoudt blijven!"

Met oogen wijd open van onnoozelen angst zag hij rondom zich naar de oude meubelen, de bedsteê waar zijn zusjes sliepen, en de schouw zijn vader zat in de warmte te dutten, de vlammen verlichtten zijn gelaat, dat terzijde was genegen. En Tamal ervoer die zelfde onverschilligheid weder, die hij gevoeld had toen hij in 't blok had gelegen verleden zomer, het was nu een aangenaam licht gevoel.

Ik zeide hem, dat 't niet aardig is om iemand beet te hebben en dat geen braaf en goedhartig mensch 't doet want: Neemt gij door slimheid anderen beet Veroorzaakt gij licht smart of leed. En der onnoozelen rein gemoed. Nooit booze sluwheid recht bevroedt, Ik zal morgen eens naar de nichten Komijn gaan om te zien of ik weten kan van welken tak zij zijn.

En kostelijk is het, dat het plompe bedrog van Don Juan niet door het verstand der verstandigen, maar door het onverstand der onnoozelen, de zoo meesterlijk geteekende dwaze nachtwachts, ontdekt wordt! In zulk een stuk mocht een bijhandeling, als de schermutselingen en het vrede-sluiten van Beatrice en Benedict, een breede ruimte innemen.

"Gaan we nou haast heen, moeder?" vraagt de knaap, die tot nog toe gezwegen heeft, op zoo doffen, onnoozelen toon, dat Strijkman onwillekeurig den jongen scherp aanziet en aan de vrouw vraagt: "Is die jongen doof?" "Doof? Nou, niet zoo'n klein beetje. Hoe is 't, moet ik nog langer wachten? Je bent erg taai van avond."

Wreed, hoewel in zijn recht, geweldig, hoewel sterk, treft het in het wild; het gaat verpletterend voort als de blinde olifant, het heeft achter zich lijken van grijsaards, vrouwen en kinderen; heeft zonder reden het bloed van schuldeloozen en onnoozelen vergoten. Het volk te voeden is een goed doel; het te vermoorden is een slecht middel.

"Het is juist iets voor vrouwelijke eerzucht, om te willen wedijveren met den adel, wat immers onmogelijk is voor een schilder, ofschoon sommige burgers zich verbeelden, het wel te kunnen. Daar hebt gij bijvoorbeeld dien onnoozelen Bodé Volckers! Hebt gij van zijn dochter gehoord?

"Wel!" antwoordt Geelvinck, met een onnoozelen blik, "is er dan geene Mogendheid, die men zou kunnen bestrijden, en tegen welke juist de Graaf Tromp zich moeielijk kan laten gebruiken?" "Inderdaad!" roept Appelman uit, op den toon van iemand, wien een licht opgaat: "dat zou kunnen zijn: mijnheer bedoelt, dat men Zweden wil helpen, en dat het op Denemarken gemunt is."

Allen echter, de teleurgestelden zoowel als de opgetogenen, de wereldwijzen zoowel als de onnoozelen, toonden zich min of meer getroffen, wanneer de mededeelingen van den ouden tuinman, die hun tot cicerone diende, hen tot de gevolgtrekking hadden geleid, dat deze oude dame in dit groote, holle kasteel nu al eene reeks van jaren geheel alléén had gewoond.

Reeds ging onmeêdoogend, naar die costume en zede, der burchtgenooten gejoel en gejouw opgalmen, vooral dat der vele mindere serianten, die over de wallen krioelden om te kijken en hun spot te drijven met wie op een schandekar voort werd geleid door een onnoozelen dwerg.... Toen Gawein, met de hand voor de oogen: Bij mijne zoete Vrouwe van Hemelrijk! Bij caritate, wat zie ik!

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek