Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 mei 2025


Of wil je, dat ik tuig: "'t Was ruig; 't Had hair tot op de tanden." Zoo gun mij 't scheeren met de duig; 't Volk tart me al met hoezee gejuich; Goê reis naar de Oosterlanden! Aêloudheid!

Het vroor en al de sterren tintelden in 's hemels donkerblauw; maar laag aan den gezichtseinder rezen weer donkere balken, zwaar-dik van nog dreigende sneeuw. "Ala, de goê nacht en 'n dreumt er nie van!" riep de oude boer, terwijl hij met zijn vrouw, met vader en de broeders van Dalen het hoevetje verliet. Luid pratend onder elkaar verdwenen zij in den helderen, sonoren maan-en-vriesnacht.

De naam, dien de inboorlingen den Vogel geven, is een verkorte nabootsing van zijne luide, gillende klanken "goe goe goek gie gak ga gier goe gie gee goe," die zich, omdat alle Vogels door elkander schreeuwen, tot een gorgelend geluid vermengen.

Moeder stond te schreien en te schokken; de buren riepen hem "goe reize" na, en hij glimlachte en knikte machinaal in 't rijtuig en in haar emotie en verwarring knikte Rozeke machinaal mee, alsof zij ook voor maanden lang op verre reis ging.

Na eenige oogenblikken ging het haar en het geheele lichaam van den Das langzaam naar beneden en na eenige malen met den kop te hebben geschud en na een kalmeerend geknor, dat als 'hoe, goe, goe, goe' klonk, begon het lieve leven weer van voren af. "Omdat hij volkomen zindelijk was, mocht hij in huis vrij rondloopen.

Je meugt zooveel haast hebben als je wilt, je zult toch moeten lijden, dat mijn olde beenen met je jonge beenen pas houden." "Ik moet alleen uit, beste vriend," zeide Joan, zich los willende maken. "Kom!" zeide Bouke: "met goê gemak raakt men ook voort: ijlen maakt uilen, en men zal zoo haast gaan als loopen.

Alfons kuchte even, heel zacht en heel voorzichtig, als was hij bang voor een geduchte hoestbui en zijn bleeke lippen glimlachten met inspanning, terwijl zijn heesche stem op bijna fluisterenden toon zeide: "As 't moar 'n beetse goe weer'n blijft, mevreiwe; as ik moar weere buiten in de zonne kan goan zitten. 't Es toch zeu triestig, altijd in huis."

En Pallieter liet hem gaan, maar riep nog: "Ik zal oe strak wa rijpe jeèrbeze lotte brengè!..." "Goe," riep de Pastoor terug, "'k hem er dezen nacht justekes van gedroemd!" En weg ging de grijze pastoor, wandelend over de begijnenvest. Hij opende zijn kerkboek en begon erin te lezen.

"En de kinders stellen 't goed, e-woar?" zei hij. "'K ben toch euk zeu blije da 'k ze nou zal weere zien. En 't veuleken? 'K ben zeu curieus om 't veuleken te zien. As 't morgen 'n beetse goe weer es goa 'k ne kier tot in de stal." "'t Es tòch zuk 'n scheun beestjen," glimlachte zij zwakjes; "maar ge meug wel oppassen: de mirrie es er wried zjaloes van." "Sloa ze?" vroeg hij.

't Geheim des meesters ging verloren, En daarom zij u 't woord genoeg: Dat ieder zich nieuwsgierig droeg, Om 't lang verhaal ten eind te hooren, En elk toch, door verbazingskreet, Hem afbrak en herhalen deed. "Wat lot onz' makkers is beschoren, Helaas! wij zullen 't morgen zien! En nu, ik kan niet meer, goê liên! Slaapt wel! mijn keel is heesch van 't zingen."

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek