Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 mei 2025
Hij hield op, een weinig vermoeid van zijn lang gefluister. Zooveel sympathie heeft hij dus voor je? sprak Eline zacht. Hoe curieus! Ik ken hem natuurlijk niet, maar ik zou toch zeggen, dat hij geheel en al het contrast is van jou, Vincent. Dat is hij ook, daar heb je gelijk in. Misschien juist daarom houdt hij van mij.
Frédérique nam den brief aan. Het is voor Otto, mama... leg hem maar op de schaal, Willem... of... geef eens hier. Zij nam den brief terug. Ik geloof, dat het de hand van Eline is... zoo een dikke brief... hoe curieus! Van Eline? vroeg mevrouw. Ik geloof zoo. Zij gaf den brief terug aan Willem, die hem op een Japansche schotel op het buffet legde en wegging.
My heugt nog uit myne prille jeugd, hoe een Waal, met eene tooverlanteern op zynen rug, 's avonds door de straten van myne vaderstad Leeuwarden liep te schreeuen: »tòverlantern! frai, curieus en moi!"
Een curieus staaltje van verhoudingen en opvattingen, waar wij nog aan moeten wennen, lijkt ook de meening, in een circulaire van de inlandsche vereeniging Boedi Oetomo uitgesproken, dat de inlanders toch om vooruit te komen, wat meer aan handel en industrie moeten doen, niet zoo met trotsche minachting op koopmanschap moeten neerzien.
Het is een curieus gezicht, de boerinnen met haar wijde rokken en bonte doekjes, vol eerbied met gevouwen handen en wijd geopende oogen, kijkend naar al die vrome pracht van goedkoop klatergoud, en ze dan even daarna waar te nemen, al dingend om de prijzen wat lager te krijgen, terwijl men in de verte de liederen der processie hoort, die onophoudelijk met wapperende banieren door het dorp trekt.
Ik schreef er nog meer "Studies naar het naakt model," naturalistisch, eenvoudig, waarin ik trachtte in voor 't oog onbeduidende menschen het interessante te zien. Die waren bij Mouton in den Haag verschenen, en Josselin de Jong had er teekeningen bij gemaakt.... Curieus is, dat ik een exemplaar met inscriptie, aan Jan ten Brink ten geschenke gegeven, twee jaar geleden weer in handen kreeg.
"Och, dat is immers niet mogelijk! Neen, maar dat is curieus!" "Dat zij met haar gezond verstand want zij is lang niet dom niet inziet, hoe belachelijk zij zich maakt!" Nu had ieder iets bij te dragen ter beoordeeling en bespotting van de ongelukkige Waltischewa en het gesprek knapperde nu weldra lustig als een in brand gestoken hoop hout.
Het is curieus, amice, en ik denk dat het ook ú wel eens opgevallen moet zijn, hoe men soms uren lang tegenover eene dame kan gezeten hebben, zonder daarna te kunnen zeggen of hare oogen blauw dan grijs waren, of het tipje van haren neus naar den hemel dan naar de aarde wees, en of zij al dan niet eene moedervlek op de rechter wang had terwijl een ander maal het gansche beeld eener vrouw ons met eenen enkelen, vliegend snellen oogopslag, onuitwischbaar in het geheugen staat geëtst........ Met dien éénen blik had ik gezien dat het jonge meisje daar tegenover mij rijzig en krachtig gebouwd was haast even lang als ikzelf: dat zij een prachtig buste, eene matte, doch gezonde tint, een kuiltje in de blanke kin, en regelmatige, hoewel ietwat forsch gesneden trekken had; dat zij bruin van oogen en blond van haar was, en dat zij bloedkoralen oorbellen droeg.
Met het oog op verschillende hedendaagsche geschillen over deze zaak, waarbij de uitspraak der wet willekeurig en vaag scheen, is het van belang te wijzen op zulk een oude autoriteit betreffende de rechten van den ijmker. Bijna geen détail van de kultuur, waaraan in de middeleeuwen geen bijgeloovigheid of curieus gebruik verbonden was.
„Met Anselmus is nu eenmaal niets ter wereld aan te vangen,” zeide conrector Paulmann; „al mijn goede raadgevingen en vermaningen blijven zonder vrucht, hij wil zich nergens op toeleggen, ofschoon hij de beste schoolkennis bezit, die toch maar de basis van alles is.” Maar griffier Heerbrand antwoordde sluw en geheimzinnig glimlachend: „Laat u Anselmus maar volle vrijheid en tijd, beste Conrector! het is een curieus personage, maar er zit veel in hem en wanneer ik zeg véél, dan bedoel ik: een secretaris in buitengewonen dienst of wellicht wel een hofraad.” „Hof” begon de conrector met de grootste verbazing, maar het woord wilde hem niet over de lippen. „Ja, ja,” ging griffier Heerbrand door, „ik weet, wat ik weet!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek