United States or Benin ? Vote for the TOP Country of the Week !


In middeleeusche friesche oorkonden en in middeleeusche chronyken, als deze geschriften in de latynsche taal opgesteld zijn, vindt men deze geslachtsnamen ook verlatynscht, waaruit dan blijkt dat de vertaler zeer wel de beteekenis kende van het achtervoechsel mona, mena, ma. Dit zijn b. v.

Met het boven besprokene achtervoechsel er of aar, dat in de nederlandsche taal dienst doet om van plaatsnamen eerst byvoegelike naamwoorden, daarna ook weêr zelfstandige naamwoorden en eindelik geslachtsnamen te formen, stemt volkomen overeen het achtervoechsel stra in het Friesch.

De eerstgenoemde naam is in de zuidelike Nederlanden geenszins zeldzaam, en komt ook onder de formen Van Geertruyden, Van Geertruyen en zelfs versleten als Van Geetruyen voor. Enkele vrouenamen op zich zelven, zonder eenig voor- of achtervoechsel, komen slechts weinig als geslachtsnamen voor. Zy zijn er dan ook weinig geschikt toe.

Het achtervoechsel ma achter vele friesche patronymikale geslachtsnamen is werkelik het woord man in het meervoud. En dit blijkt onweêrsprekelik uit de oude formen waarin deze namen in oude oorkonden voorkomen. Zoo komt de naam Frouwama, eigen aan een geslacht van friesche edelingen, in Hunsego gezeten, in oorkonden der 13de en 14de eeu voor als Frouwamona.

Zy bestaan, in hunnen oorspronkeliken form, uit twee deelen: uit den een of anderen mansvóórnaam in den tweeden naamval, en uit het achtervoechsel ma; b. v. En dit achtervoechsel ma beteekent eenvoudig man. Zoo geven ook de Friesen in het dageliksche leven den naam van Likelsgea of St. Liklesgea aan het dorp St. Zie bl. 64.

Want oorspronkelik behoort de s van sma en sna niet tot dit achtervoechsel, maar by den stam van den geslachtsnaam, by den mansvóórnaam die aan den geslachtsnaam ten grondslag ligt. Halbertsma wil dus eenvoudig zeggen: de ma of man, dat is: de zoon of de volgeling van Halbert, van den stamvader die Halbert heet; dus Halberts man. En Geertsema is Geertes man, de zoon van Geert.

En dáár en in Noord-Holland benoorden 't Y ook door de plaatsnamen op zich zelven, zonder eenig voor- of achtervoechsel; b. v. Dokkum, Deinum, Wydenes, Medemblik. De plaatsnamen van alle nederlandsche landstreken hebben niet in de zelfde mate bygedragen tot het formen van de geslachtsnamen hier omschreven.

Als de mansvóórnaam die besloten is in eenig patronymikon op ma eindigende, niet op eenen klinker uitgaat, maar op eenen medeklinker, dan is er gewoonlik, om de wille der welluidendheid, eene e gevoegd tusschen dien mansvóórnaam en het achtervoechsel ma. By Beintema, Gjaltema en Klasema, afgeleid van Beint, Gjalt en Klaas, is dit het geval.