United States or Saint Barthélemy ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het Nederlandsch rijmwerk schijnt vóór 1353 reeds verbreid te zijn geweest . Dicht bij deze catechetische werkjes staat het Boec van der Wraken, omstreeks het midden der 14de eeuw gedicht; dit geschrift bevat een aantal voorbeelden van Gods wrekende gerechtigheid, zichtbaar in allerlei gebeurtenissen uit vroeger en later tijd.

Niet talrijk zijn de liederen van dezen aard, welke met voldoende zekerheid tot de 14de eeuw gebracht kunnen worden.

Zoo zal ook JAN DE WEERT'S oordeel over de dartelheid der toenmalige meisjes: "waren zij niet bang voor de gevolgen, men zou er tenauwernood ééne maagd onder vinden", zeker wel waarheid maar niet de waarheid bevatten. Niet alleen het zedelijk en maatschappelijk leven, ook het godsdienstig gemoedsleven van de Nederlanders der 14de eeuw, kan men door deze leerdichten beter leeren kennen.

Zij hebben in taal en wezen iets zuidelijks behouden. Ofschoon de Silezische Duitschers, nu bijna drie millioen sterk, langen tijd eigenlijk niet tot het Duitsche rijk behoorden, en eerst door Pruissen staatkundig bij den Duitschen bond ingelijfd werden, zoo namen zij toch sedert de 14de eeuw deel aan al het lijden en aan al den vooruitgang van het Duitsche volk.

Laten we de heeren te York van 26 tot 31 Juli goed weer toe wenschen! De feestcommissarissen aan hunnen arbeid overlatende zetten we onze wandeling voort en beklimmen de stadsmuren, een bouwwerk uit het midden der 14de eeuw, gedeeltelijk op de grondslagen der oude romeinsche wallen voortgebouwd.

En zelfs de arme landman was nog ver van de vernedering, armoede en slavernij, waartoe hij later vervallen is. Velen hebben zelfs beweerd dat, in de 14de, 15de en tot in de 16de eeuw, alle eeren en waardigheden in Polen, voor den wedijver en de deelneming van alle klassen ruimer waren opengesteld, dan in andere Europeesche landen.

Eene gunstige lotsbeschikking heeft een aantal Nederlandsche werken in proza en poëzie uit dezen tijd voor ons bewaard, die in een paar handschriften van de 13de en den aanvang der 14de eeuw visiones haywigis, epistole haywigis en ritmata haywigis genoemd worden .

Wij kennen twee proza-bewerkingen der Alexander-sage, die beide waarschijnlijk omstreeks het midden of in de eerste helft der 14de eeuw zijn ontstaan. De eerste, die eenigszins vrij en grillig maar beknopt is, berust vooral op Latijnsche bewerkingen: het zoogenaamd Epitome uit den tijd van KAREL DEN GROOTE en de Historia de praeliis uit de 10de eeuw.

Vele preeken en andere stichtelijke geschriften der 14de eeuw bestaan, naar het schijnt, hoofdzakelijk uit aaneengeregen gezegden der kerkvaders, oudere en jongere, onder wie vooral S. BERNARDUS op den voorgrond komt .

Een goed voorbeeld daarvan levert ons de Latijnsche kroniek, door WILLEM, kapelaan te Brederode, opgesteld in het eerste vierdedeel der 14de eeuw. De auteur verhaalt ons daar, hoe WILLEM I, graaf van Holland, op een reis naar Duitschland door Gelderland trekt.