United States or Turkmenistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wanneer wij de heerlijke schilderingen der Italiaansche toestanden, tijdens den grootsten bloei van deze hunne stedelijke republieken, dus in de 14de en 15de eeuw, lezen, en daarbij een blik slaan op de toenmalige toestanden in andere landen, dan kunnen wij moeielijk gelooven, dat beiden gelijktijdig waren.

De zoogenoemde Italiaansche schilderscholen der 14de en 15de eeuw, vereeren die Grieksch-Byzantijnsche muze als hare moeder. En nu weder in den nieuweren tijd, na den vrijheidsoorlog, worden verscheidene Grieksche jongeren dezer muze, ook in het buitenland met eere genoemd.

Hun voorbeeld wordt langzamerhand door de andere landsheeren gevolgd, al kunnen de graven van Vlaanderen in de 14de eeuw en later hunne voorliefde voor het Fransch niet geheel opgeven.

Gebeurtenissen of toestanden en verhoudingen die in ruimen kring indruk maakten, ontroering verwekten onder een aanzienlijk deel van het Dietsch-sprekende volk, waren, zooals wij zagen, ook in een vorige eeuw waarschijnlijk wel tot uiting gekomen in het lied. Voorbeelden van zulke uitingen zijn echter niet tot ons gekomen. Gelukkiger zijn wij wat de 14de eeuw betreft.

Nadat de Mooren uit Cintra verdreven waren geworden in 1147, werden de gebouwen, ter belooning, ten geschenke gegeven voor aan de kroon bewezen diensten aan een zekeren Gualdin Paës, van wien ze overgingen naar de Tempeliers; die ridders gaven in het begin der 14de eeuw het paleis aan koningin Isabella, die het als huwelijksgift schonk aan den koning.

In het laatst der middeleeuwen was het de kerk, de universiteit en de burgergeest die het geestesleven zouden beheersen. Deze drie machten waren het die in de 14de en 15de eeuw de dood van de ridderromantiek veroorzaakten. In de latere Graalromans zagen wij haar in de dienst treden van de kristelike mystiek en ascetiese monnikengeest.

Wij dan, die deze levende leermeesters kunnen vragen en raadplegen, vinden ons op een, ter verkrijging van eene innige kennis der taal, veel gelukkiger standpunt geplaatst, dan een WIARDA of RASK , die, het Friesch als eene lang uitgestorvene taal beschouwende, wat de uitspraak betreft, vaak alleen mogten gissen . Hetzij dan verre van ons, wanneer wij de echte Friesche taal in de oorkonden der 13de en 14de eeuwen zoeken, dat wij daarom hare overblijfselen in de nog levende dialecten zouden gering achten of verwaarloozen.

Voor een ander gedeelte was het oude gedicht geboren uit natuurliefde, welbehagen, in het wezen en leven der dieren, lust om het leven der dieren in de natuur met het menschenleven in- en buitenshuis te vereenigen en te verwerken tot een groot tafereel. Wat is daarvan in de bewerking der 14de eeuw overgebleven?

Welk een belangstelling in literatuur en wetenschap spreekt er uit de boeken, die wij in de tweede helft der 14de eeuw in het bezit vinden van aanzienlijke en eenvoudige Gentsche burgers.

Wel zien wij op een enkele plaats dat hij het ridderwezen niet hoog stelt; hij zegt immers dat hij den strijd tusschen Reinaert en Isegrim liever zou zien dan dien "van twee riddren in een perc" . Overigens moeten wij niet vergeten dat er voor zulk eene parodie omstreeks 1375 weinig reden meer bestond; het ridderwezen was niet meer wat het nog in de eerste helft der 13de eeuw was en de ridderpoëzie van de eerste helft der 14de eeuw was grootendeels namaak van de vroegere.