United States or Fiji ? Vote for the TOP Country of the Week !


Den 14de, des morgens, ontdekten wy van verre een groot Schip, dat voor den wind zeilde, en regelrecht op ons aankwam.

Na de eerste invallen der Turken in Griekenland in de 14de eeuw, en na de verovering van Constantinopel door de Osmanen in het jaar 1453, moesten de Grieken, zooals gezegd is, andermaal voor een vreemden volksstam bukken en wel voor een volkstam van Aziatische afkomst. Met betrekking tot eene politieke onafhankelijkheid, was dit eene zoo volkomene nederlaag, als de Grieken haar slechts eens, namentlijk van de Romeinen, geleden hadden. De Turken brachten in Azië zoowel als in Europa, schier zonder eenige uitzondering, alle plaatsen en streken die den Grieken toebehoorden, onder hunne macht. Het Turksche rijk omvatte nagenoeg alles, wat het Oost-Romeinsche of Byzantijnsche Keizerrijk ten tijde van zijn grootsten bloei bezeten had. En de eerste daad, bij de inname van Constantinopel, scheen de Grieken als een totaal vernietigende slag te zullen treffen. Kort na de overgave der stad, liet de veroveraar Muhamed

Wat SNELLAERT in de Inleiding zijner Ned. Ged. uit de 14de eeuw, bl. XXV heeft medegedeeld over de gelijkenis tusschen Teesteye, Boec van der Wraken en Melibeus, is zeker niet voldoende om ons te overtuigen dat deze drie werken van één maker moeten zijn; doch geeft voldoende reden om een afzonderlijk onderzoek in te stellen. Daarbij zou ook het overige werk van BOENDALE moeten geraadpleegd worden.

De Bojarenheerschappij werd eerst in het land gevestigd op het eind der 14de eeuw. Radu of Rudolf

Zoolang wij omtrent dit rijmwerk niet meer gegevens hebben dan nu, is niet met voldoende zekerheid te zeggen of het inderdaad nog tot de 14de eeuw behoort, evenals de twee overige Maria-verhalen; inhoud, taal en dichttrant maken het m.i. wel waarschijnlijk, doch het zou ook wel uit den aanvang der 15de eeuw kunnen dagteekenen.

Moesten wij afgaan alleen op het ontbreken van handschriften uit de 13de en 14de eeuw, waarin het gedicht is bewaard, dan zou men moeten aannemen dat het weinig of niet bekend is geworden. Maar de afkeurende critiek van ernstige mannen als WILLEM VAN AFFLIGHEM en MAERLANT bewijst wel, dat de roodbaard in ruimer kring sympathie vond dan hun lief was.

Alleen in het Noorden, aan het Ilmen-meer, was een zelfstandige Russische staat, de in de 14de en 15de eeuw bloeiende republiek Nowgorod, blijven bestaan.

Dezen zien wij gedurende de tweede helft der 14de eeuw in deze landen optreden onder den naam van sprekers of zeggers.

De meening der archeologen is, dat het koor nieuwer is dan het middengedeelte, en dat het oude koor zich bevond tusschen de vier enorme pilaren van het midden. Sainte-Croix doet afbreuk aan Saint-Michel, een kapel, die tot kerk geworden is en een zeer belangwekkend gebouw moet heeten uit de 14de en 15de eeuw.

In een allegorisch gedicht uit de tweede helft der 14de eeuw wordt gezegd, dat de knapen van zekeren HER ERENTRIJC waren ... al van eenen gheslachte Gheboren al ut Nederlant. Ook als strijdleus vinden wij dien naam daar gebezigd: Daer mochtmen die tyene horen Lude roepen: "Nederlant!" Doch het was slechts een naam.