United States or Slovenia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het is waar, dat de Engelschen de Afghanen, wier dapperheid niet in twijfel kan worden getrokken, verraders noemen. Dat voortdurend gebruik van slechtklinkende, afkeurende aanduidingen toont alleen duidelijk aan, dat de Engelschen niemand goed vinden dan zichzelven.

Het was ook niet wat hij zeide over de machteloosheid der sowjet-organen om aan de ramp het hoofd te bieden, wat mij zoozeer beklemde; ik had dat alles in partijkringen nog sterker gehoord; noch de afkeurende blik, waarmee hij mij vroeg, of ik goed vond, wat de regeering deed: duizenden gasten naar Moskou halen en rijkelijk eten geven, terwijl er honger geleden werd door millioenen; dergelijke gedachten had ik immers herhaaldelijk in mijzelf voelen opkomen.

~Bedillen~ wijst aan, dat men op iemands doen en laten kleingeestige aanmerkingen maakt uit zekere zucht om zich met alles te bemoeien. Zijn afkeurende critiek behoeft gij u niet aan te trekken: hij staat algemeen bekend als iemand, die iedereen wil ~bedillen~.

Hij wil haar geweld aandoen en nadat Tante haar broer hoonend en treiterend tegen Geertje heeft verdedigd, loopt deze 't huis uit en vlucht naar Maandag. Niet onverdeeld is door de critiek deze Maandag als mensch-schepping gunstig beoordeeld. Laat mij daarom onmiddellijk zeggen: ik ben het met de afkeurende meeningen niet eens: Deze figuur is die van een uitzonderingsmensch.

~Berispen~ heeft de bijgedachte, dat een meerdere zijn mindere diens verkeerde handelingen onder 't oog brengt en hem in afkeurende woorden daarover bestraft; het wordt dus van de personen zelf gezegd. De onderwijzer ~berispte~ den leerling over het slordige werk.

Doch niet alleen deze beide dames, maar bijna allen, zelfs vorstin Miagkaja en Betsy, wierpen nu en dan afkeurende blikken op die beide, van de overigen verwijderd zittenden. Slechts Alexei zag geen enkele maal naar hen en toonde zich geen oogenblik van het onderwerp van zijn gesprek afgeleid.

Erec, in zijne verblindheid, bemerkte niets van de afkeurende stemming om hem heen, maar Enide, wier blik door de liefde gescherpt was, bespeurde alras, hoe men over hunne verhouding dacht.

Door zijn ~onbuigbaren~ trots berokkende hij zich vele vijanden, d.w.z. zijn trots was zóó sterk, dat hij zich door niets liet buigen. Gewoonlijk heeft onbuigbaar een eenigszins afkeurende beteekenis. Zijn koppigheid ben ik eindelijk moede. Een dichter noemde onze taal: krachtig, rein, smeltend, en rijk. Als men een glazen buis verwarmt, is zij .

Een tijd lang nemen de dichters en schrijvers eene streng afkeurende houding tegenover haar aan, dan volgt er een tijdperk, dat van de Fransche proza-romans, waarin hare afdwaling van het pad der deugd wordt vergoelijkt en ten slotte geheel uit het oog verloren.

Wil men op afkeurende wijze te kennen geven, dat iemand zich luide doet hooren, bijv. bij een kijfpartij, dan gebruikt men ~kakelen~. Hoor die vrouw daar eens staan te ~kakelen~, mijn ooren tuiten er van. ~Praten~ doet men, als men met iemand een gesprek voert over alledaagsche zaken, meestal uit tijdverdrijf. Hoor die kleine meid eens , haar mondje staat geen oogenblik stil.