United States or Mayotte ? Vote for the TOP Country of the Week !


In iederen onbekenden reiziger vermoedt men allicht een geheimen zendeling: trouwens iederen avonturier valt het niet moeilijk, zich in het geheele Balkan-schiereiland voor een russisch agent te doen doorgaan. Al mijne brieven voor het vorstendom en ook die persoonlijk aan Zijne Hoogheid gericht, waren ten gevolge van een misverstand in Italië achtergebleven.

Mijn naam is Walewein en ik ben de zoon van Lot, koning der Orcadische eilanden." Nauwelijks had hij deze woorden gesproken, of Iwein wierp zijn zwaard ver van zich af, sprong van zijn paard en snelde op Walewein toe met de woorden: "Walewein, mijn dappere, edele vriend! Welk een afschuwelijk misverstand heeft hier plaats gehad! Zie mij aan, ik ben Iwein, uw neef!"

Opdat er geen misverstand zou plaats hebben, had meneer Smallsole zijn bevelen gekregen in tegenwoordigheid van de andere officieren, die over de booten waren gesteld. Na drie uren roeien bereikten zij de plaats waar de brik lag, en daar ze aan boord geen lichten zagen bewegen, meenden zij niet opgemerkt te zijn.

Over 't algemeen gaan zy liefst naakt in de bosschen, uitgenomen dat zy een onderbroek aandoen, en een scharlaken muts opzetten, het kenteeken van hunne vryheid, waar op hun nummer staat, en het welk, met hun geroep van Orange, om zig daar door weder by elkander te verzamelen, alle misverstand voorkoomt, en hen in den stryd van de oproerige Negers onderscheid.

Maar de reis was verderop gegaan, zoo zijn route hem aanwees. Brieven kwamen er bijna niet meer, zijn vrienden lieten hem met vrede. Eerst maanden daarna ontving hij in Granada weêr een tijding van zijn oudsten en besten kameraad, een brief, waarin hij plots het worstelen van een hevig begeerend mensch zag, als hij zelve was. De brief klaagde ook over misverstand en och, dat sprak van zelf, over weinig vriendschap. Dat had een nieuwe correspondentie gegeven, en toen was het bij hem tot klaarheid gekomen, dat hij voor zijn eigen rust aan dien tweeslachtigen en schijnheiligen toestand een einde maken moest. D

Met een stem, die genoeg verried hoezeer zij den knaap beminde die haar tengere leest omvatte, gewaagde zij van de pijnlijke gewaarwording telkens door haar ondervonden, wanneer naar vader, aan de winkelklanten van de schandelijke ontrouw had gesproken, waarmede Frans zijne weldaden had beloond, terwijl zij overtuigd was dat een misverstand, een vergissing, den goeden jongen in een verdacht licht moest geplaatst hebben; hoe zij telkens met verwijtingen was overladen wanneer zij vader had aangeraden om kas en boeken te raadplegen, die wellicht zouden aantoonen dat Frans onschuldig was; hoe eenige dagen later, haar vader werkelijk had zitten tellen en rekenen, en, toen hij gedaan had, en alles met een kalm gelaat had weggeborgen, op hare vraag: "Vader! is Frans onschuldig?" had geantwoord: "Waar zou hij 't anders vandaan hebben?" een antwoord, 't welk haar, die den vader maar al te wel kende zoogoed als een volledige vrijspraak in de ooren had geklonken.

Maar de ambtenaar begreep dit antwoord verkeerd, dacht dat die tweede man den geslachtsnaam Van 't Zelfde droeg of dragen wilde, en schreef hem alzoo in. Toen dit misverstand later uitkwam, berustte de man, wien het aanging, daar in. Hy nam genoegen in dien zonderlingen naam, en zyne nakomelingen dragen hem nog heden.

"'t Is niet onnatuurlijk mevrouw, en de vriendelijke woorden die ik u straks mocht toespreken zijn niet voldoende geweest. Ik heb schuld; ik had het al vroeger moeten goedmaken. Waarom ben ik niet bij u geweest sedert den avond van dat, voor u zoo onaangename misverstand.... 't Is onvergeeflijk, ik beken het! Maar, een geboren Van Armeloo is allerminst haatdragend of kleingeestig."

Door een onverklaarbaar misverstand had deze geen enkele mededeeling van kolonel Duncan ontvangen en bleef werkeloos op bevelen wachten. Eerst tegen drie uur in den namiddag kwam een triomfgeschreeuw ons berichten, dat zij ook haar werk had verricht.

Eenige oogenblikken gingen voorbij, waarin de vreemdeling, zonder een woord te spreken, Joan sterk in 't aangezicht bleef zien. "Ben ik het, wien UEd. verlangt te spreken?" vroeg deze eindelijk, eenigszins geraakt: "of heeft hier een misverstand plaats?" "Geen misverstand, volstrekt geen," antwoordde de ander: "gij schijnt mij niet te herkennen, jonkman, wij hebben elkander toch vroeger gezien."