Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Wij, jongens, moesten b.v. vijf pond suiker of koffie koopen in een grooten winkel, ver uit de buurt en liefst 's avonds opdat men 't niet zien zou, en dan werden die weer bij onsjes en halfonsjes verkocht. De winkelklanten zakten, bij het kariger en minder worden der waren, steeds meer in aantal en gehalte. Alleen de ver weg wonende uitbrengklanten bleven trouw, uit onkunde.
De eene klant na de andere verliet ons, natuurlijk niet de »uitbrengklanten", maar de »winkelklanten", de burger- en arbeidersvrouwtjes uit de buurt. Ze konden 't daar goedkooper krijgen. En alleen de enkele goede vrienden en buren bleven, en dan zij, die in 't krijt stonden en dus maar niet dadelijk weg durfden gaan. Toch, ook die verlieten ons, en wellicht juist door hun achterstand.
Met een stem, die genoeg verried hoezeer zij den knaap beminde die haar tengere leest omvatte, gewaagde zij van de pijnlijke gewaarwording telkens door haar ondervonden, wanneer naar vader, aan de winkelklanten van de schandelijke ontrouw had gesproken, waarmede Frans zijne weldaden had beloond, terwijl zij overtuigd was dat een misverstand, een vergissing, den goeden jongen in een verdacht licht moest geplaatst hebben; hoe zij telkens met verwijtingen was overladen wanneer zij vader had aangeraden om kas en boeken te raadplegen, die wellicht zouden aantoonen dat Frans onschuldig was; hoe eenige dagen later, haar vader werkelijk had zitten tellen en rekenen, en, toen hij gedaan had, en alles met een kalm gelaat had weggeborgen, op hare vraag: "Vader! is Frans onschuldig?" had geantwoord: "Waar zou hij 't anders vandaan hebben?" een antwoord, 't welk haar, die den vader maar al te wel kende zoogoed als een volledige vrijspraak in de ooren had geklonken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek