Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Om ze te beschrijven beginnen wij met een aanhaling van Scheitlin's woorden: "Alle Bavianen zijn in meerdere of mindere mate slecht van aard, altijd wild, toornig, onbeschaamd, haatdragend; hun snuit is gevormd naar het grofste hondenmodel, hun gelaat misvormd. Sluw is hun blik, boosaardig hun gemoed.
"'t Is niet onnatuurlijk mevrouw, en de vriendelijke woorden die ik u straks mocht toespreken zijn niet voldoende geweest. Ik heb schuld; ik had het al vroeger moeten goedmaken. Waarom ben ik niet bij u geweest sedert den avond van dat, voor u zoo onaangename misverstand.... 't Is onvergeeflijk, ik beken het! Maar, een geboren Van Armeloo is allerminst haatdragend of kleingeestig."
"Men kan niet ontkennen," zoo schrijft genoemde natuuronderzoeker, "dat zij ondeugend, kwaadaardig, valsch, driftig, haatdragend, in ieder opzicht wellustig, twistziek, vechtlustig, heerschzuchtig, prikkelbaar en gemelijk zijn, in één woord, dat zij de verachtelijkste hartstochten bezitten; zij stellen er een boosaardig genot in, om alle soorten van gemeene streken uittehalen; maar toch moeten wij erkennen, dat zij dikwijls voorzichtig en vroolijk, zacht en goedaardig zijn en vriendschap en vertrouwen betoonen; zij zijn van eene gezellige natuur, moedig, aan hunne medeapen gehecht, en verdedigen ze moedig, zelfs tegen vijanden, die hen in kracht overtreffen.
Toen viel hij mij om den hals, omhelsde en kuste mij en weende als een kind. Onderwijl sprongen de matrozen, die nooit haatdragend zijn, uit eigen beweging aan boord terug en haalden zijn goed af; en toen Mungo zijnen meester gevolgd was, schudden allen hem de hand en zwoeren, dat hij in Guinea terugkomende, een zwarte prins zou worden.
Haatdragend ben ik volstrekt niet; want ik weet zelf dat het woord een beetje pampelig klinkt. Maar nu gij weet, dat het mijn naam is, hoop ik, dat gij mij verder ongemoeid zult laten." "Natuurlijk! Dat spreekt vanzelf. Maar waarom hebt gij ons dat tot nu toe verzwegen? Gij zijt over het geheel iemand, die over zijn vroeger leven niet graag spreekt." "Niet graag spreekt? Wie zegt dat?
Trouwens, Smul zelf was immers verzoenend naar hem toe gekomen, 's avonds van hun bruiloftsfeest: waarom zouden zij langer haatdragend blijven dan hun vroegeren vijand? Zij wachtten dus, als een vervelende, niet te ontwijken noodzakelijkheid, ook de komst van Smul op dit intiem familie-en-vriendenfeestje. Het was drie uur.
Aarzelend begon hij zich af te vragen, of hij God misschien onrecht had aangedaan, door Hem te zoeken zooals een jager het wild opspoort en door te veronderstellen, dat Zijn toorn persoonlijk en haatdragend kon zijn als die van een mensch. Toen hij bij de hut des kluizenaars gekomen was, steeg hij van zijn paard, legde schild en speer terzijde en boog zich voor den vromen grijsaard op de knieën.
Een blanke slavenhouder mocht driftig en opvliegend, zijn opziener wraakzuchtig en haatdragend zijn: beidon waren toch burgers, aan het gezag der wet onderworpen, en Christenen, onderworpen aan de tucht hunner kerk. Er waren zeer wezenlijke grenzen, die ook de ruwste willekeur zich niet licht vermat te overschrijden.
"Nog altijd wat bloed van de Roselaers." "Neen! de van Zonshovens waren nooit haatdragend, maar fier, en ziet gij, generaal! al heb ik in de wieg niet met tientjes kunnen spelen, ik heb geleerd dat er betere trots is dan adeltrots; ik heb geleerd dat men geen Cresus behoeft te zijn om zijne onafhankelijkheid te bewaren, die ik had moeten opgeven als ik mij in de armen geworpen had van dien oom, maar die ik nu heb behouden door eigen werkzaamheid, door sober te zijn en met overleg te handelen, door mij geene behoeften te scheppen dan die ik met mijn matig inkomen wist te voldoen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek