United States or Tonga ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoe zit dat toch met den dokter? Wat moet men daar eigenlijk van denken? HOVSTAD. U weet toch wel hoe hij altijd doorslaat. Hoor eens; u komt daar immers wel aan huis? Heeft u ooit gemerkt of de man drinkt? BILLING. Ik weet goddome niet wat ik zeggen moet; als men er komt staat er altijd grog op tafel. EEN DERDE HEER. Neen, ik geloof eerder dat hij tusschenbeiden maalt.

Wel lieve God, zei ik, zyn de beste vrouwen dan meest altoos in de onwaardigste handen? Dat is toch ellendig! En daar zit Abraham Blankaart nog in zyn vyftigste jaar, als een niets beduident oud Vryer; en ik had zo hemels vast besloten, om met myn vyf-en-twintig jaar man en vader te zyn. Wat zal men zeggen? die eerst komt die eerst maalt; en een weinig te laat is veel te laat.

ZES EN ZEVENTIGSTE BRIEF. Papa Edeling schrijft aan Blankaart; van dat huwelijk kan niets komen. Hendrik is Luthersch, zij niet. Afgeloopen. Mejuffrouw! Wel, hoe hebben wy het toch met elkâer? ryd je de witkwast, of maalt je de geest? Denk jy, dat ik zo maar op een dag heen en weêr zo eens over kan komen, om u te zeggen, dat gy Juffrouw Saartje haar Linnen en Muziek zendt?

Men verdeelt het gelijkmatig op de kaart. D. Struif, taarten en andere gebakken. Aardappelpannekoeken. Men maalt of raspt een hoeveelheid rauwe groote aardappels, waarbij men evenveel lepels bloem voegt als er aardappelen geraspt zijn. De lepels bloem neme men niet opgehoopt, maar gelijk vol. Men neemt zooveel eieren als het halve aantal aardappels en maakt van een en ander een dik beslag.

Wat zal hij kùnnen doen? Bekend maken, dat jij twee kinderen hebt van een mimus-speler, nog wel, zestien jaar geleden, gekregen? En dan nòg?? De Keizer.... angstigde Crispina. De Keizer! Hij maalt er wat om! Hij heeft zijn vrouw....

't Groeit overal entwat: tot op de blauwe schorren , maalt, onbemerkt, het mos, bij kleene kleene porren , zijn platte penningen, die, groene en grauw gedaan, of geluw, op 't gelent van de oude bruggen staan.

't Raakt my niet; en ik wil my er niet meê bemoeijen. Hy. Wat! raakt het u niet? En dat de jongen knapen zo met het Geloof omspringen? Ei zeker, zou ik myn huis tot een Noachs-Ark, of een Remonstrantsche Kerk maken? Ik. Wel, hoe satan heb ik het? Heb je niet uitgeslapen? of maalt je de geest? Nog eens, wat bruit my uw gekibbel met uw Zoon? Hy.

't Gansche Stemhager gebied moet de rechten op 't gemaal betalen, en de stad Stemhagen er bij; hier staat het, in paragraaf vier, en wat zegt paragraaf vijf: "voor elk schepel, dat de molenaar maalt, kan gij wettelijk een schepel als maalloon eischen." "Een maat, mijnheer Herse!" riep de oude molenaar, terwijl hij overeind sprong, "van elk schepel eene maat!" "Neen! Een schepel!

"O ja, 't had nu juist niet zoo heel veel te beteekenen, maar.... Eergisteren tegen den avond gaan we samen den berg af; zitten in 't bosch op den beekheuvel; praten over je huwelijk; ze maalt me dat ik om jelui plezier te doen dat déjeuner zal bijwonen, etcetera, etcetera." "Zij heeft zoo'n lief karakter de goede Coba." "Het evenbeeld van haar moeder.

Ieder z'n beurt; die 't eerst komt, die 't eerst maalt; ik bestee hier net zoo goed mijn geld als uwe, ik betaal en uwe geeft geld, dat's zoogezeid één pot nat. Achttien stuivers dus 't was immers negentig centen, zei u? 't Was anders zoo mooi gepast net vijf centen te min. Hier, alsjeblief, hier zijn ze Hier! 'n dubbeltje Pak an! roepen twee, drie stemmen te gelijk.