United States or Togo ? Vote for the TOP Country of the Week !


En toch gaat het hun met zooveel gunstigen aanleg, als met andere begaafde maar wankelmoedige schandere maar lichtzinnige poëtische maar zinnelijke karakters , zij komen niet zoover in de wereld als zij, die met geringere talenten eene grootere volharding, soliden ernst en hoogeren zedelijken zin verbinden. Hunne onbestemdheid laat geene moeielijke onderneming bij hen tot rijpheid komen.

En toen hij eindelijk wegging, neuriede hij binnensmonds, luchtig geworden naar het scheen en los van zware gedachten, de hersens gevuld met onbestemdheid, met een gewaarwording licht als een roes die komt, met een prikkelend gevoel van zorgeloosheid dat hem drong de armen voor zich uit te zwaaien in de ruimte.

Dit geeft zijn manier van zeggen een karakter van onbestemdheid: men voelt aanhoudend en zeer diep: dat hij aan het tasten is, dat het ieder oogenblik kan hokken ... men wordt ongerust. En toen ik daar voor hem zat, en dit nog niet had overdacht ... wilt ge wel gelooven, lezer, dat ik soms meende: den echten Van Deyssel niet te zien? "Ik had mij u eigenlijk heel anders voorgesteld," begon ik.

Nu voel ik mij aangetrokken door de zee, die in harmonie is met de onbestemdheid en rusteloosheid mijner gedachten.

Alles was in zijn brein nog verward en tegenstrijdig; er heerschte daar zulk een onbestemdheid, dat hij den vorm van geen enkel denkbeeld duidelijk zag; hij zou zelf niet anders hebben kunnen zeggen, dan dat 't hem was, of hij een geweldigen schok had ontvangen.

Anders zoû hij voortaan huiverig zijn iets meer tegen haar te zeggen, zich oprecht te geven; anders zoû hij zijne woorden moeten wegen en zij zouden niet meer zoo vertrouwelijk kunnen zijn, als broêr en zuster ... En het werd in haar eene stemming vol fijne halftinten, waarin niets omtrek, niets zelfs bepaalde kleur had: een geweifel van schaduwachtig grijs, dat de schaduwlooze helderheid harer liefde invloot, meer en meer invloot en haar afmattende door zijne onbestemdheid, door zijn niet-zijn in het reëele leven en door zijn schijnbestaan, als van iets ontastbaars, een droom, in haren geest.

Deze neiging om diep uit den lossen gorgel te spreken vereischt eene inspanning der benedenkeel, die de spraakorganen in den mond niet toelaat om in het eigenste oogenblik met dezelfde inspanning werkzaam te zijn, en niet alleen eene buikspreekachtige heeschheid in den toon, maar tevens eene zekere onbestemdheid in de uitspraak der consonanten teweegbrengt.