Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juli 2025


Van de helft van den Walachyschen woordenschat, die niet uit Italië kan afgeleid worden, is, volgens het beweren van den Slawischen geleerde Schaffarik, de helft Slawisch. Ja! zelfs verscheidene eigenaardige grondtoonen, vokalen, consonanten en samengestelde klanken van het Slawisch alphabet, zijn in het Walachysche overgegaan.

De talen der andere later komende volken echter werden uit het sissen, ruischen, knetteren, flikkeren en uit het schuim van het taal-brouwsel in den ketel, gevormd. De Italianen zelve hadden geen treffender satire op de harde en met consonanten overvulde talen der Germanen en Slawen kunnen uitdenken.

Deze neiging om diep uit den lossen gorgel te spreken vereischt eene inspanning der benedenkeel, die de spraakorganen in den mond niet toelaat om in het eigenste oogenblik met dezelfde inspanning werkzaam te zijn, en niet alleen eene buikspreekachtige heeschheid in den toon, maar tevens eene zekere onbestemdheid in de uitspraak der consonanten teweegbrengt.

Hunne literatuur is eene rijke bron voor de geschiedenis der West-Aziatische volken, waarmede die der Armeniërs steeds innig samenhing. De taal, waarin zij schreven, is wel rijk en beschaafd, maar even als hun bergachtig vaderland, uiterst hard, vol opeenhoopigen van lastige consonanten en schier nooit gehoorde klank-samenstellingen.

De kort met scherpe consonanten eindigende woorden van het Latijn, doet de Italiaansche mond door bijgevoegde vokalen zacht eindigen, b.v. in "madre" in plaats van mater, "imperatore" in plaats van imperator. De scherpe t verzachten zij in de zachtere d, b.v. "lido" in plaats van litus, "podesta" in plaats van potestas.

Ook is daar de taal ruwer en rijker aan consonanten, dan daar waar de Germaansche invloed onbeduidend of in het geheel nièt geweest is, zooals in Rome, Toscane en nog meer in Zuidelijk Italië". "Zij munt uit," zegt een Italiaan, "door kracht en kortheid." Even als de Noordsche spraakklanken, zoo is ook de krijgshaftige geest van het Noorden hier meer te huis gebleven.

Het later de overhand krijgende Romeinsche of Latijnsche, schijnt in dezen zin boven alle andere spraakvormen de voorkeur gehad te hebben, want al mag het dan ook al niet eene bijzonder zachte taal genoemd worden, en moet men het veeleer als een bepaald mannelijk, krachtig, volklinkend taaleigen van een de wereld beheerschend volk beschouwen, zoo is het toch ook merkbaar verschillend van die onaangename en het oor zeer doende opeenstapeling van consonanten, die den Zuidlander zoo zeer in de Germaansche en Slawische talen verschrikt.

Zelden komen bij haar twee medeklinkers en vele sissende en ruischende klanken, zooals in het Duitsch en Russisch, bij elkander, en de meeste woorden eindigen in eene volklinkende vocaal. Nooit komen bij haar zulke opeenhoopingen van consonanten voor als b.v. in ons "schelmsch," of "herfststorm."

Bij de Kattenburgers is de toon scherper, hooger, krijtender, om mij zoo eens uit te drukken, en zij bijten u de consonanten als het ware toe. Overigens valt er ten opzichte der dialecten in het algemeen zeer weinig merkwaardigs te zeggen.

De samenhorting van op elkander volgende consonanten wordt door dezen tongval dikwerf gemeden, zoowel door j in i te veranderen, als wij straks zagen als door er eene vocaal tusschen beide te voegen, en het woord alzoo met eene lettergreep te verrijken.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek