Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 mei 2025
Het klokkengelui vulde de torenkamer en viel langs de galmgaten over de wijde, witte wereld met een zot gejubel. Pallieter was lijk dronken, de klanken gonsden en ronkten door hem heen, en bij elk omhooggaan zag hij door de galmgaten de wereld wit in sneeuw! De koster trok aan zijn weinig haar van schrik, en beneden kwam de pastoor verbaasd aan zijn venster naar omhoog zien.
Het duurde niet lang of de lucht begon van warmte te trillen. De vogels zongen hun hoogste liedjes voor de wijfjes, die op de nestjes zaten te broeien; de bijen gonsden meidoorns en seringen in en uit. Hier en daar was een landbouwer bezig het onkruid uit zijn aardappelveld te wieden, of zag men een flinke boerendeern de koeien melken.
Hij keek naar de vogels, die in de boomen zongen, naar de bijen, die tusschen de bloemen gonsden, naar de kikkers, die door 't gras hipten. Ja, Hans keek naar dat alles; maar de boomen en de bloemen, de vogels, de bijen en de kikkers keken niet naar hem. Niemand was er, die naar hem keek. En zoo mooi als hij was, wou hij juist niets liever dan bekeken worden.
Dien nacht werd ik midden in mijn slaap door vage onrust wakker. De maan scheen in mijn kamer door de ijsbloemen der ramen tusschen de gordijnen en 't kwam mij voor of er geluiden gonsden door de stilte, zooals ik er in weken niet meer had gehoord. Huiverend stond ik op, schoof de gordijnen weg, wreef over 't ijs der ruiten en staarde even in den lichten hemel.
Deze gonsden om den koning heen en staken zijn gezicht en zijn handen; in toorn ontstoken, trok hij zijn zwaard en sloeg om zich heen, maar hij sloeg slechts in de lucht, en de muggen trof hij niet. Nu beval hij, kostbare tapijten te brengen en hem daarin te wikkelen, opdat geen mug hem meer zou kunnen steken, en de dienaren deden, zooals hun bevolen was.
Op verre hofstee stierf met zwak geluid Een haanklaroen in 't brandend middaggloren, De insecten gonsden rond der bramen blaân... De bleeke roze zond haar geuren uit... Weet gij nog, Lief, hoe lang we in droom verloren Aan dit klaar water hebben stilgestaan?
Mijn kind dood ... en ik in 't gevang!" Ze strekte zich op den vloer uit, maar ze gevoelde de hardheid van den bodem niet. Dof gonsden haar hersenen. Ze sliep niet en waakte niet. Waren haar droomen gedachten of haar gedachten droomen? Was het eerste zonnelicht, dat bevende drong langs de traliën, en een bilzenkruid-kleurigen nevel spreidde in de sombere cel, een vloek of een zegen?
De ooievaar stapte met statigen tred in hun midden rond, en begaf zich behoedzaam naar de waterachtige plaatsen, ten einde zich den kwakkenden kikvorsch ten buit te maken. De muggen gonsden door de lucht, en het fijne, zilverachtige groen der wilgen was treffend in harmonie met de warme kleur van den azuurblauwen hemel.
Langs de vage huisgevels voer eene liefelijke blondheid, als een vool door de rijzende zon blij uitgezonden. Klokken tingelden over de daken, heel zacht. De bronzen geluiden gonsden lang uit, terwijl klaarder klanken opsprongen in de ruimte en lichte snoeren reesemden rond de stad. Er wipten musschen over de goten.
Men is er niet naar wensch gelogeerd. Ook waren nu de prettigste kamers bezet en wij werden ondergebracht in een bijgebouw, dat vergiftigd was door ratten. Den heelen nacht maakten de beesten een helsch spektakel. Wolken muggen gonsden in dit paradijs, dat een ver van liefelijken indruk op mij maakte. Den volgenden morgen al vroeg zetten wij onzen tocht voort naar Pajacombo.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek