Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 mei 2025
Simon had het venster wijdopen gezet, dat uitzicht gaf op den tuin. De tuin was lichtgroen en prevelde. Kleine windjes voeren langs het jonge getwijg en vogeltjes tjirrelden door elkander. De Lente asemde binnen. Bijen kwamen tot in het raam wiegen, gonsden langs de ruiten op en schoten weg, de vrije ruimte door. Rust hier een beetje, juffrouw Francine, zei Simon.
Het was hem een ongemeene weldaad, dat hij zijn voorzichtige vingeren over haar broze kopke bewegen mocht, zoo in de vlakke zon, die de lokjes deed glimmen en krullen. De zon spetterde overal en de struiken waren, langs den grond, als vlammen van zonderlinge verve. De bijen gonsden. Een koppel witte vlinders wipten in de heete ruimte over malkander.
Droomerig gonsden meikevers om hun ooren, grauwe vleermuizen fladderden geluidloos, als gejaagde schimmen heen en weer, en uit de gansche wijdte van het wazigbleek, zacht-sluimerend veld, steeg een vaag en dof gemurmel van diep-en-geheimzinnig werkend leven. Alom, in de lauwe, mildvruchtbare aarde, hoorde en voelde men als 't ware het sap in de opkomende gewassen stijgen.
Wat zou dat leuk wezen.» »Dat kan wel,» zei Karel. »We kunnen toch met ons drieën wel een versje maken. Zoo bijzonder mooi behoeft het ook niet te wezen.» »Goed! Afgesproken! Eerst zullen we de kevers in de mand doen, en dan het gedicht fabriceeren. Laten we gaan.» Ha, wat gonsden en bromden die beestjes, toen we ze uit de kist in de mand deden.
De zon scheen zoo helder, zoo warm en zoo vriendelijk aan den wolkloozen donkerblauwen Egyptischen hemel; de lucht was zoo zuiver en fijn; de kevers gonsden zoo lustig; de schippers in de tallooze booten zongen uit zoo ruime borst hunne eenvoudige, telkens herhaalde liederen; de boorden van den Nijl bloeiden zoo liefelijk en vertoonden zulk eene vroolijke mengeling van bonte vanen en van bedrijvige menschen; de palmen, sykomoren, acacia's en bananen verhieven zoo fier hunne groene en bloesemrijke kruinen; het geheele landschap scheen, zoo ver het oog strekte, zoo ongemeen rijk bedeeld te zijn door eene milde godheid, die het geven niet moede werd, dat de wandelaar wel denken moest: uit dit oord is alle ongeluk verbannen, hier is de woonsteê van ware vreugde en levensgenot.
Laster-geruchten gonsden in de armzalige nipah-huisjes en men verzekert dat er daar klachten en snikken gehoord werden, vermengd nu en dan met het gekrijt van een kind. Meer dan één jong meisje werd met den vinger smadelijk nagewezen door de dorpsmenschen: ze kijkt met doffen blik en haar boezem is verwelkt. Doch deze dingen benamen hem den slaap niet.
Uit de hoogte van den vurigen, diepen, blauwen hemel overstroomde de zonne het aardrijk met haar gloed, en de Natuur sliep onder de zonnestralen als een dartel meideken, dat trilt onder de kussen van beuren geliefde. De karpers sprongen boven het water naar de vliegen, die gonsden als een kokende ketel, terwijl de zwaluwen, met heur lang lijf en groote vleugelen, hun hunne prooi betwistten.
Maar ze was nu blind, ze kuste hem op den kop en hield hem tegen haar wang. Toen nam vrouw Simon hem weer terug, om hem op 't altaartje te zetten. Uit de weien woei de zomergeur aan; vliegen gonsden; de zon overglansde de rivier en blakerde de leien. Vrouw Simon was teruggekomen en viel zachtjes in slaap. Klokgelui maakte haar wakker; de vespers waren uit. Félicité kwam weer bij.
De insekten gonsden om de zich voortspoedende planten, in de sloten langs den weg gleden visschen voort, vogels zaten te zingen in de reizende boomen, tamme en wilde dieren liepen om 't hardst, en daartusschen door liepen menschen, sommige met spaden en zeisen, andere met bijlen, weer andere met jachtgeweren of met vischnetten.
Hij zag alleen den hoogen beuk bij den vijver en het dak van zijn huis, dat uitstak boven het groen. Bijen en kevers gonsden om hem heen, boven hem zong de stijgende leeuwerik, in de verte klonk hondengeblaf en het gerucht der verwijderde stad. Het was alles klare werkelijkheid. Maar wat had hij gedroomd en wat niet? Waar was Windekind? en het konijntje? Hij zag geen van beiden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek