United States or Serbia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Allerwege zag hij entwat, dat liefderijk was en goedheid asemde. De menschen op strate, de peerden en de honden.... Goedele keek ernaar, omdat hij er kon over klappen met zoo'n innigheid, zoo'n belang. Hij groef in hare hersens diepe prenten, een nieuwe vizie der dingen, en ze was nooit moe, ze hoorde hem aan met groote aandacht.

Het bezoekje bij Romaan was haar insgelijks een koortsaansporing: ze voelde er 't ongezond bestaan van hare liefde, midden in 't weevolle geluchte, en ze asemde er algauw 't bedwelmende gift, dat haar tot kwalijk zinnenbedrijf uitermate stemde. En Romaan bovendien bracht een gestadige duizeling in haar hoofd met de listige argumentatie van zijn vrije theorieën.

Simon had het venster wijdopen gezet, dat uitzicht gaf op den tuin. De tuin was lichtgroen en prevelde. Kleine windjes voeren langs het jonge getwijg en vogeltjes tjirrelden door elkander. De Lente asemde binnen. Bijen kwamen tot in het raam wiegen, gonsden langs de ruiten op en schoten weg, de vrije ruimte door. Rust hier een beetje, juffrouw Francine, zei Simon.

Op den drempel aarzelde Goedele bezeerd door 't felle licht, en de groote ruimte, die in deze zaal zoo machtig was, beknelde haar een oogenblik. Ze asemde zwaar en tort onvaste naar voren.

Als zijn stemme altemets opklom tot een vrage zij hoorde aan den stijgenden klank dat hij een vrage deed wist ze daarom niet seffens wat ze antwoorden moest, en zij vond het ook niet zonderling dat hij op geen antwoord wachtte. 't Geluchte was vol van hem en ze asemde in dat geluchte.

Ze asemde daar zoo vrij, en nu zou opnieuw moeder nevens haar komen, en grootvader en van avond Sebastiaan heel die koude wereld, die gemanierde wereld; tusschen al die naakte muren haar nijpend en knellend en zeer doende. En 't povere kamerken, waar Wiezeken te lijden lag en was zoo eendelijk niet als gindsch vierkante steenmassa.

Ze had schrik en dierf niet 't kindeken zien en haastte zich om te zien.... Vóor 't beddeken, aan 't voetende, stakerechte stond Ameye. Ernevens, op een lage stoel zat Romaan. Zij verroerden zich niet. Ze keken halsstarrig toe. Het kind lag heel wit midden op het witte kussen en op zijn aangezicht was geen speur van leven meer. 't En asemde niet ... Goedele week instinktmatig.

Ze opende dan endelijk hare oogen, keek heel strak Goedele aan, en haar gezicht werd grauw-rood van het danig geweld. Ze zakte seffens in het witte kussen weg. De matte bleekte herkwam over geheel haar hoofdeken en hare handjes vielen onbeweeglijk op de sargie. Zij en roerde nu weer niet. Hare oogen waren beloken en de blauwe randjes waren blauwer geworden. Asemde ze?

Altemets stortte een streuvelende wind in den lochting, en een park dahlia's neigden te zaam en rechtten zich en bijsden tenden hunne stengels nog een tijdeken. Hij asemde naderhand in 't rotelend geboomte en bleef er luidelijk hijgen en was seffens voorbij, met een schok en waar zoefde hij ginds? Goedele voelde bij zijn sterke doening, heel de moedeloosheid van het najaar.

De arm plooide eindelijk en het gezichtje zeeg voorover, weg in dat overvloedig goud. En Francine weende aldoor, gelaten in weldadigen tranenvloed. Het lauwe leven, dat straks stille en matelijk door de zoele kamerlucht asemde, was thans beroerd en overrompeld. Als ze weer recht kroop, was heel rood heur aangezicht en glom het nat uit rond de oogen, welke nog baadden in de sterke aandoening.