United States or Curaçao ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bij laag water zijn het velden met verspreide steenbrokken, gelijkend op kudden van dieren, die er weiden of er hun prooi beloeren. Als de vloed opkomt, krijgt men den indruk van een voortdurend werkende, onweerstaanbare macht. De vloed komt eerst met kleine witte randjes, die het zand omzoomen als met witte kant.

Ze opende dan endelijk hare oogen, keek heel strak Goedele aan, en haar gezicht werd grauw-rood van het danig geweld. Ze zakte seffens in het witte kussen weg. De matte bleekte herkwam over geheel haar hoofdeken en hare handjes vielen onbeweeglijk op de sargie. Zij en roerde nu weer niet. Hare oogen waren beloken en de blauwe randjes waren blauwer geworden. Asemde ze?

Hij zat daar zoo klein en verschrompeld, dat hij bijna verdween in zijn eigen jas. Zijn kin dook heelemaal in zijn boek weg, en 't kortgeknipte, geelroode haar stak naar alle kanten uit, terwijl hij een enkelen keer de oogen, met roode randjes, van den katheder ophief. Want hij was een vreedzaam leeraar.

Maar er waren onrustige trekjes om haar mond en haar oogleden knipten ongewoon. Zij had iets te zeggen, maar het kon er nog niet goed uit. Zij schonk voor Jozef een van de witte kopjes met hun smal vergulden randjes vol thee, daarna een wolkje melk er door heen, en gaf het hem aan. Maar, toen hij het aannam en voor zijn bord neêrzette, deed zij schielijk een stap naar hem toe.

Mies was bleek, vaalbleek. In haar bleeke gezicht puilden de jukbeenderen, gelijk bleeke klonten op geklonterde amandelvla. Ze had een mageren, gepletten, Griekschen neus en nu ja al is 't niet aesthetisch zachtzinnige randjes rood onder de oogen. Mies was lichtschuw. Ze liep met d'r bleeke, vale, magere gezicht gebogen en vreemd, idioterig lachend, omdat ze 't volle licht niet velen kon.

In de zaal, achter, stonden groote blauwe schotels met zilveren handvatsels, waarin kleine gebakjes in witte papiertjes met uitgeschulpte randjes, op de tafel zonder kleed.

Nu is de houtsnijder bezig aan iets moois, n.l. een boekenkast van djatihout, met sonohouten randjes.

Het opkomend daglicht klaarde over zijn sierlijk aangezicht, dat, thans wat roziger, toch mat-effen, zeer vermoeid boven zijn witte das en de zijden kraag van zijn smoking uitscheen. De koffie rookte lichtelijk op over de gouden randjes van het blauwe porseleinen koffie-servies. Wij aten bij poozen, gelaten.

Antieke potjes waren op het marmeren blad geschikt en een stervend goud kwam nog over hunne gesleten randjes bewegen. Midden-in, onder een glazen bokaal, rees een zilveren Kristbeeld en, aan beide kanten, verkleurden twee porseleinen bloemtuilen, overladen met een stof van ouderdom en verslensd door geheimzinnige mizerie.

Hierin is geen verschil bij Roomschen en Protestanten. De hoed moet passen bij de muts. Vroeger droegen de vrouwen hier schelphoeden, die veel sierlijker waren dan die van Walcheren. Zij hadden strooien randjes en een bol met velerlei lint. Doch die ziet men thans niet meer.