United States or Italy ? Vote for the TOP Country of the Week !


Goedele deed seffens mee met het rumoer; ze voelde zich wegsmelten in 't gedruisch, dat ronkte om haar, en zij en was geen eenigheid meer in de woeling der bezorgde menschen. Ze liet zich beïnvloeden, ze liet zich zwak worden, al-vergetend wat achterwege was, en nu een kinderlijk belang stellend in de minste straatgebeurtenis.

Hij zei 't ronduit. De regeering was onrechtveerdig, of zij wilde niet rechtveerdig genoeg zijn. Elkendeen moet te eten krijgen. Maar elkendeen moet werken, ronkte Rik, en dees zijn opgestookte leeggangers. Ja, sprak Ursule, kort en hard. Sebastiaan peinsde ook dat de volksbeweging de maatschappij tot het uiterste kwaad leiden zou. Wij zullen nooit en nievers allen tegelijk gelukkig zijn.

Hij sprak over de liefderijke leer van Kristus, hij sprak over de oorspronkelijke gelijkheid, hij sprak over opstand en zegepraal. 't Gejubel van het opgejaagd volk rolde door de zaal, en ronkte verder op de straat en over de Kapelleplaats als een ver onweder uit. Toen pastoor Pezza den katheder verliet, was de geestdrift een wilde koorts geworden.

Vervoerd riep Pallieter: "De aarde bidt! Laat alle klokken los!" "Neeë, nee!" zei de koster, die dat hoorde, "er is vandaag niks te doen, morge." Maar Pallieter liep naar beneden, naar de klokken, zette zich op den houten balk, duwde en duwde; en de klok begost te zwieren, de klepel ronkte tegen het brons, nog een klank, en plots was het in vollen gang.

En terwijl allemaal stille wegdrumden, vroeg hij wat een lieve gebuurvrouw daar zong, ginder hooge. Tante Olympe trok voorzichtig de deure dicht, en begon seffens te vertellen van het zonderlinge huishouden. Een blinde met zijn dochter. Ze noemde de dochter "een verloren maarte". De oude vader knorde en ronkte en keef den heelen godschen dag door, en 't meissen zong swijlens.

Hij was een zonderling grijsaard en wel degelijk een man van een andere eeuw, de volmaakte en een weinig trotsche burger der achttiende eeuw, die even fier op zijn oud burgerschap was als de markies op zijn markiezaat. Hij was over de negentig jaar oud, ging rechtop, sprak luid, zag helder, dronk goed, at, sliep en ronkte evenals vroeger. Hij had nog al zijn twee-en-dertig tanden.

Ze voelde dat ze uitermatig bleek was: haar gezichte was hevig gespannen en iets smertelijks duwde de hoeken van haren mond neerwaarts. Hare gedachten strengelden dooreen en haar hoofd ronkte lijk een leege kasse.... Nu voelde ze meteen de bepaalde pijn.... Ze bukte zich om haar leed weg te wringen en joepte dan gejaagd op.

Toe-de ... toe-de ... ronkte Rik ... gij leelijke kerte ... en kus uw handje ... dat ge er zoo zoetekens van af komt.... De deur in de voorkamer werd met een ruk toegesmeten, en nadien piepte 't zware hekken. Ze is weg, zei Ursule.

Een ongelijke wind ronkte in den schoorsteen en bijwijlen daverden de ruiten van de vensters onder de drukking van de vlage. Mijnheer du Bessy staarde in den laaien aschbak en bespeurde den zachten dood der roode koolkorrels, welke er overhand neertjokkelden, met een gloeiende klaarte, en geleidelijk wegdonkerden, levenloos. Na de komst van mijnheer Schoutens kwam er rumoer in huis.

Ze ontstak en vulde de stoof met de kapperlingen en de vlamme spokkerde dat 't ijzer al gauw rood stond en 't ronkte door de versleten stoofbuis. De jongens kropen er rond, wreven de handen en monkelden door hunne tranen. Er was plots als een ophemmende beternis, de warme lucht in huis bracht nieuwen levenslust en ze genoten er van in stilte. Al de oogen draaiden mede waar moeder ging.