Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Hij zag nu niets meer dan de grootheid van hare ziel, hij voelde niets dan den eindeloozen gloed van hare barmhartigheid, hij verzonk in haar, en zijn leed was hem een uitermatig genot. Hij vond geen woorden om tot haar te komen en om haar te danken. Hij herhaalde éen woord, dat hem zoet was en vaag, en waarmede hij in een drang tot andere woorden zou geraken.
Hij rondde zijnen buik om gewicht te geven aan zijn gezegde en liet de gouden ketting rotelen, die er als een vloek op te klateren hing. Mijnheer Wilder was een dik mensch met enge schouders en een uitermatig hoofd, kaal en zijpelend onder het gaslicht. Hij krulde alle uchtends zijne rosse knevels met een warm ijzer, zoodat die gedurig triomfelijk ommebogen en met een scherp puntje rechtkwamen.
Moeder was haar geen hardvochtig wezen meer en ze kon peinzen op heur, zooals ze peinsde op vader: een groot medelijden verlamde haar oproerig karakter en ze weende, duikende haar brandend gezichte in 't zakkend geveder van haar hoofdkussen. In den morgen verzwakte haar uitermatig leed, maar ze bleef den dag door turen naar den komenden winter, verslonden in vaag gemijmer, aldoor treurig en maf.
Op een dag, in den valavond ze lag nu meerendeels alleen liet ze Goedele bij haar roepen. Zet u, mijn kind. Ze was uitermatig zachte en glimlachte. Dadelijk voelde Goedele dat de vroegere oolijkheid weergekomen was, maar niet als eertijds steeg in haar boezem de verontweerdiging of de gramschap. Ze verdroeg lijdzaam alle uitdrukkingen van moeders karakter.
Ze bleef uitermatig zachte en Goedele keek verwonderd op, niet wetende wat er uit zoo'n gesprek komen moest en vreesachtig, om den wille van moeder's sluwe manieren. Ursule vroeg; Wenscht ge niet te trouwen met hem? Laat ons vertrouwelijk zijn. We zullen saam beramen wat we doen moeten, en wel vinden, wel iets vinden.... Ik wil u niet in iemands armen gooien, tegen uwen zin.
Wat ze dagelijks 't eerst hoorde, was 't leutig gezang van Mariëtte en telkens maakte ze algauw een kruisken over haar gelaat en haar borste, peinzende: De zonde is hier tallenkant in huis.... Zij en at bijkans niet meer en Madeleen moest halvelings kijven, om haar 's noenes aan tafel te te krijgen. Zoo werd ze uitermatig zwak en tenden de Lente kon ze uit haar bedde niet meer.
Goedele peinsde dat hij uitermatig vroom was. Hij was goed. Hij zei nooit een woord, dat sterk klonk of kwetsen mocht. Hij sprak nooit met drift, en werd nauwelijks een endeken van begeestering warm als hij 't over de oude Vlaamsche fantasten had, bijzonderlijk over Bos en Brueghel. Hij vond dan wel een gloeiend gezegde, maar meerendeels een stil-pieuse daarbij.
Madeleen beviel van een dochterken. Meteen verzonk haar laatste hoop, want ze wist dat Romaan nu voor altijd vastegeklonken lag. Ze wilde Rik's noch Albien's troost ontvangen en Goedele ook moest verwijderd blijven. Van dien dag af begon de koffiehandel te slabakken. Er ontstonden onlusten onder de werklieden, en kleine muiterijen maakten Ursule en vooral Rik uitermatig benauwd.
Ze voelde dat ze uitermatig bleek was: haar gezichte was hevig gespannen en iets smertelijks duwde de hoeken van haren mond neerwaarts. Hare gedachten strengelden dooreen en haar hoofd ronkte lijk een leege kasse.... Nu voelde ze meteen de bepaalde pijn.... Ze bukte zich om haar leed weg te wringen en joepte dan gejaagd op.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek