Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Tante Olympe had geen zorgen meer. 's Uchtends was ze de eerste uit het bedde, maar na den noene moest zij er binst éen uurken weer in. Ze ligt nu haar uiltje te vangen. Tante Olympe had maar éen verlangen meer: uit dees huis gaan en in zonniger wijken wonen en een schoon keuken hebben met een verlakte stove. Djeezes, ja, die verlakte stoven! schaterde Madeleen.
Nacht en dag scheen door elkaâr te spelen; Niet, als de roos der wang, met donzig lelieblank, Of 't git der oogen, met des levens flonkersprank Versmolten, maar als 't groen der gladgeschubde slangen In 't zilver zich verliest, met weemlend beurtvervangen: Als Segol, brandend van ontembren oorlogsgloed, Des uchtends traagheid door zijn voorspoên blozen doet.
De weekheid des uchtends vloeide over de bonte prullen en vergoot haar vochtig tranenlicht over den verstoorden ernst van den Dam, tusschen de onorde der kleuren.
Hij droeg het, zoo als echte vromen Het jamm'ren doen, des Heeren wil Eerbiedend, zweeg hij werkzaam stil: Des avonds kermende ingenomen Viel 's uchtends nieuw gevaar te schromen; De hulk was wel aan 't vier ontkomen, Maar dreef, ontbloot van naald en zeil, Der luimen van de baren veil.
Geld winnen was overigens hare eenige vreugde; rijzekens had ze deugd aan hare moederschap ze was moeder van een zoon, dien ze Romaan heette, naar den naam van Albien's overleden vader. En Albien zelve gewende zich aan die eentonige dagen. Hij trok 's uchtends naar zijn bureel en kwam 's avonds terug en nam zijn zuinig maal in de koude eetkamer.
Hij luistert naar 't gespeel van Aphroditè, op de baren; want alle uchtends komt dartelen op het roerende rijk Aphroditè, de hemelsche, dochter van Dione en van Zeus. Verder! Verder! lispelde Francine, terwijl ze in de uitlengende stilte verrukt hare handjes samenbracht. Mijn kind, sprak Oomken, glimlachend, het is al zoo langen tijd geleden .... Ik weet het niet meer.
Lang bleef ze eer ze inslapen kon, en 's uchtends als ze wakker werd, was ze haar gekeerde nature nog niet gewend en waarde hetzelfde vreemd geluchte rond de kamer. Binst den dag liep ze met Justa de stad op en af en bestelde wat noodig was voor Wiezeken's begraving. Ze deed het smertelijke werk zonder vermoeienis. Ze was sterk. Ameye had alles opgeschreven wat ze te doen had.
"Dat is heel lief!" zei mijn goedhartige tante, halfluid. "Als, na een duistren nacht van stormwind en van regen, Een nacht, wen menigeen, vergeefs ter rust gezegen, Naar 't woelig gieren hoort, daar 't kind doorheen slaapt; als, Na zulk een nacht, het rood des uchtends, dat de kimmen Van liefelijken waas en zachten gloed doet glimmen, En blijde zangen wekt bij 't vooglenkoor des dals;"
Hij rondde zijnen buik om gewicht te geven aan zijn gezegde en liet de gouden ketting rotelen, die er als een vloek op te klateren hing. Mijnheer Wilder was een dik mensch met enge schouders en een uitermatig hoofd, kaal en zijpelend onder het gaslicht. Hij krulde alle uchtends zijne rosse knevels met een warm ijzer, zoodat die gedurig triomfelijk ommebogen en met een scherp puntje rechtkwamen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek