United States or Central African Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij bleef dus maar zitten en loerde alsaan bachten zijne kijkwere naar de groote poort van "Het vlammend Hert". In de herberg was het nu even stil als op straat, de vrouw was uitgekout en weer naar heur werk, en 't scheen den boer dat hij hier alleen zijnen vijand zat af te wachten om eenen slag te slaan. Nog een half uurken, rekende hij, en hij ontstak zijn eerste pijp om den tijd te bedriegen.

Het doet mij pijn, vrouw, maar ik ga onzen mosselbak op de Vrijdagsche markt doen verkoopen. Misschien zal ik werk hebben tegen den tijd dat dit weinig geld zal op zijn; en dan zullen wij sparen om eenen nieuwen bak te koopen. Wacht dan nog een half uurken, en dan zal ik u altemaal eten brengen."

"Toe, jongens, nog 'n uurken, nog'n halfuurken, nog 'n koartierken binst da we 't scheun weer hèn, 'k zal ulder trekteeren mee nog 'n flassche," porde hij hen aan, nadat de zon, die heel den langen dag op de gebogen ruggen had gebrand, reeds lang in haar apotheose-luchtkasteelen van roode en gouden wolken onder den in vage schemering wegsmeltenden horizon verdwenen was.

Ze stonden op en wilden heengaan, maar het boerenvolk wilde er niet van weten en smaakte en praamde om nog een uurken te blijven. "We mutte gon vrije," zei Pallieter, "'k mut man best doen, want overmorge gaat ons Marieke nor huis." Dat verstonden ze, en iedereen wilde Marieke nog 'nen goeiendag zeggen en 'ne pol geven.

Als uwe kinderen door het ongeluk zullen geleerd zijn, zullen zij van zelf terugkomen en om uwe vergiffenis bidden. En nu, vriend Spinael, stel u maar gauw in uwen vorigen staat; want Zondag, na het Lof, gaan wij te zamen naar de Steenenbrug eene flesch dubbele seef drinken en een uurken op de ton spelen. Ik geef u honderd vóór, zoo gij durft

Tante Olympe had geen zorgen meer. 's Uchtends was ze de eerste uit het bedde, maar na den noene moest zij er binst éen uurken weer in. Ze ligt nu haar uiltje te vangen. Tante Olympe had maar éen verlangen meer: uit dees huis gaan en in zonniger wijken wonen en een schoon keuken hebben met een verlakte stove. Djeezes, ja, die verlakte stoven! schaterde Madeleen.

Bella sprong endelijk rechte, met een lach verwittigend dat het laat werd. Ursule bracht hier tegen in dat het morgen rustdag zou zijn en er dan geen bezwaar was om nog een uurken te blijven; ze deed het echter heel lauw en meest bij wijze van beleefdheid. De stoelen werden alhier en alginds verschoven, en Goedele ging in de voorzaal 't gaslicht aansteken.