United States or Suriname ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij moest eens niezen, en bracht zijn servet over zijn gelaat, dat naderhand purpergloeiend te voorschijn kwam, zijpelend van wellust. 't Had hem alzoo deugd gedaan, en hij veegde zijne oogen drooge. Vandaag moogt ge u deugd doen, zei hij. Hij keek naar een rijkelijken hamelbout, die vol souse onder een gulden korste daar gloorde, triomfelijk en wonderbaar.

Ze stortte achterwaarts over en lag, met een doffen slag, roerloos op het tapijt. Elkendeen sprong toe. Men klopte in hare handen en wreef over haar voorhoofd. Djeezes-Maria! stotterde Ursule. Goedele stond een oogenblik triomfelijk rond te turen. Een donkerroode blos kleurde hare wangen.

Milly snelde toe, rukte zijn boordje los, scheurde wild zijn das. Hij had de oogen gesloten en een licht schuim bloemde op zijne lippen. Zijn adem schorrelde hard in zijn keel. Toen, gerukt uit haar droom, wipte Francine op. Hare handen lagen seffens om den hals van Milly en ze sloot hen, ze neep hen, ze zag de roode vlag van haar haat wapperen, triomfelijk. Het duurde éen oogenblik.

Hij had voor haar een mooi appartement gehuurd en noemde het "le nid des tourterelles." Mijnheer du Bessy was sindsdien aangekleed met een gezochte keurigheid, die weinig bij den natuurlijken ernst van zijnen ouderdom paste. Nooit was zijn haar met rijkelijker glans geverfd en nooit krulden zoo triomfelijk de tipjes van zijne zwarte knevels.

Dit kleed was geheel Milly, en het was Milly zoo weinig, dat haar lichaam er haast bloot en triomfelijk doorstraalde. Wat echter het meest trof, was de kleur ervan. Milly's kleed was als uit een blad van kokend vermiljoen vervaardigd en men had het met duizenden metallische scherveltjes bespikkeld, rond en veel-blikkerend en kardinaal-rood, zoodat het nog in ziedende droppels te spatten scheen.

Ze had geerne een geweldige wroeging willen krijgen, een bijtend folteren van al haar vleesch, een schok in haar herte om neer te zinken, onmachtig.... Het bleeke wezen vervaagde, teerde uit zonder oogenverwijt; en sterker herstraalde tallenkant, triomfelijk, het lokkig gezegde: Een wonderbaar ... een wonderbaar....

Ze vatte zijn hoofd, kroop half overeind, hief triomfelijk haar gelaat omhoog. Naar een verren hemel keek ze, naar een dierbaar beeld keek ze, naar een geliefde kind droeg ze de hulde van een herwonnen vader. En ze bad: Pip! Pip!....Ons zoete Pipje!.... Een glimmende blos kleurde hare wangen en hare lippen trilden. Ze lachte. Haar mond en hare oogen lachten geluideloos, in lachgrijns gerokken.

Ze betastte opnieuw hare vangst, voelde dat het gelaat gedurig hare vingeren ontvluchtte, maakte zich lastig en trippelde zenuwachtig op de tipjes van hare schoenen. Ze taakte naderhand, weer stil en zorgvuldig, de jasknoppen, de schakeltjes van de horlogeketting, ontplooide het zakdoekje dat uit een zijtasch opstak. Nu, juichte ze triomfelijk, nu ken ik u! Ge zijt Simon!

Hij rondde zijnen buik om gewicht te geven aan zijn gezegde en liet de gouden ketting rotelen, die er als een vloek op te klateren hing. Mijnheer Wilder was een dik mensch met enge schouders en een uitermatig hoofd, kaal en zijpelend onder het gaslicht. Hij krulde alle uchtends zijne rosse knevels met een warm ijzer, zoodat die gedurig triomfelijk ommebogen en met een scherp puntje rechtkwamen.