United States or Liechtenstein ? Vote for the TOP Country of the Week !


Er zijn twee dingen die ik, behalve een doodshoofd, voor mijne oogen niet verdragen kan: een zeisen en een zandlooper. Ik heb mijne pijp thuis gelaten. Dat is heel goed zoo, Johan. Die menschen weten van geen tabak te spreken. Altijd wierook, altijd wierook. Wanneer mijne retraite uit is, hoop ik dat Anatole mij weer eene van die dikke sigaren mag geven, gelijk de oude heeren smooren in de Shop.

Het luie, zwaar bezoldigde baantje van opperkeurvorst, uit zijn eigen ontwerp van wet was hem ontgaan; Bonaparte had de pen er door gehaald; nu stelde hij zich tevreden met een hoog jaargeld, het landgoed Crosne en een zetel als senator, een aardige retraite voor dezen vadsigen, doch diepzinnigen denker, die in de dagen van Brumaire nog wel had leeren paardrijden, zeker om naast Bonaparte wat meer figuur te maken.

Nu geprikkeld door haar rechtstreekschen aanval, viel hij uit: "Precies, freule! daartoe zoudt gij het graag willen brengen, opdat welhaast keldermeester en foerier zelf als overcompleet op retraite kon worden gesteld, en dan zou het hier de volmaaktheid wezen, niet waar?" eindigde hij met eene mengeling van bitterheid en weemoed, waarbij zijne lippen trilden.

Hij vond in zijn geheugen een half-uitgevaagden zin van Lazare's brief en pruttelde: "... maar, moeder, Jesus is een zee van genade, waarin ... waarin ik zou kunnen verzuipen ... als ik niet oppas." "Ja, Jesus is zoo goed als men maar denken kan." "Zoo zegt ge. En nu moet ik in de Miniemenstraat, bij de Capucienen eene retraite doen. Dat duurt nog al lang.

Kapitein Rolf, een oud officier en retraite, is bij ons ingekwartierd op de Werve; mogelijk komt hij u wel wat ruw en ongemanierd voor, want hij is een soldaat van fortuin die geene opvoeding gehad heeft, dan in de kazerne; maar zijn hart is goed en.... mijn grootvader kan niet buiten hem." "En gij dan?" "Och, mij hindert dat niet: ik ben er aan gewoon.

Inderdaad geloofde hij zelf niet wat hij daar vertelde. In zijne meening moest de retraite iets schrikkelijks zijn, vermits Lieven Lazare ze hem als eene straf opgelegd had. Hij had er den heelen middag met angst over nagedacht: het klooster zou hem eene donkere gevangenis zijn en de Franciscanen akelige cipiers. Hij moest er voorzeker op roggebrood en lauw water leven. Er was daar geen lucht.

Nu, wees te vreden dat je zonder schandaal nog een geregelde retraite hebt kunnen maken; dankbaar dat je stilletjes kondt rondsukkelen met wat zuinigheid en wat werken erbij. Maar, in den laatsten tijd! in de laatste weken! Ach, somwijlen heeft hij oogenblikken gehad dat hij nee, dat is niet waar; ja, ja toch, verdord! dat hij naar een glas jenever verlangde.

Ik geloof, dat het goed is, niet slechts voor grooten, maar ook voor kleinen, dat ze zoo'n retraite hebben, midden in hun eigen kring. En wat is het dan heerlijk, als de ziel, midden in de benauwdheid des levens, altijd zulk een toevlucht heeft. Ja, de psalmdichters wisten het wel. Maar nu moet ik nog iets opmerken. Over 't algemeen is het medelijden met arme kinderen schromelijk overdreven.

Na drie dagen besloot Johan Doxa de overtuiging te aanvaarden, dat een retraite bij de Franciscanen eigenlijk behoorde tot een der aangenaamste tijdkortingen van de wereld. Hij kon zonder moeite gehoorzamen aan de regels van den huize, volgde gewillig alle kapeldiensten, hanteerde zoetekens zijn dikken paternoster en bladerde devotelijk in zijn kerkboek.

De luide bel weerklonk meer in het hart van Johan Doxa, dan in de wijdgalmende vestibule. De pater-poortier die eerst het spioenraampje had opengeschoven, opende nu ook de zware deur. Het Klooster gaapte in het aanschijn van Johan Doxa. "Kan ik," vroeg hij met bleeke stem, "den eerwaarden pater Hilarius spreken? Ik zou gaarne eene retraite doen."