United States or Monaco ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vooral als wij hem "Kregel Mennonietje" noemen dan stampt hij van kwaadheid en krabbelt zichzelven in 't aangezicht. Want weet u, moeder, Witte's vader, de oude Cornelis Wittensz. De With en zijne Moeder Neeltjen Andries, zijn beiden Mennonieten en deze mogen niet slaan, niet vechten, niet zweren en wat weet ik daar nog al meer af!"

Ghielen trok eerst nog naar den stal, hief in eene kwaadheid de koe haren steert op, dan kreeg hij goest om het domme beest te schoppen en zijn voornemen stond nu voorgoed vast. Hij zette goedmoedig aan, blij omdat 't Zondag was en omdat hij op 't goed gedacht gekomen was die koe te verzetten.

De Capitain BOLTS berigtte ook, dat eenigen van de eerstgemelden, na op zyn volk van boven uit de palmboomen te hebben vuur gegeven, met de verbazendste gezwindheid naar beneden kwamen, en vervolgens wegvloden, terwyl de Jagers van kwaadheid schuimden, en van yver brandden, om hunne vyanden dwars door de struiken heen te vervolgen. Onze Bevelhebber bemerkte toen de ongerymdheid van zyn ontwerp.

Erken en steun je mijn wijsbegeerte niet langer?" "We zullen daar morgen eens uitvoerig over praten, vader, voor het oogenblik verlang ik naar wat eten," en Jack gaf driftig een ruk aan de schel. Op die laatste aanmaning verscheen de bottelier, gevolgd door Mesty, die er van kwaadheid als een duivel uitzag. "Lieve hemel, wat is er dat voor een?"

"Mijnheer van Botbergen!" zeide Reede, die al dien tijd had zitten stampvoeten en op zijn mouwen bijten van kwaadheid: "ik kon voor den goeden Bouke geen partij kiezen tegen iemand, dien ik op mijn eigen slot als gast ontvang; maar bij mijn zaligheid! zoo UEd. elders dan op het huis te Sonheuvel in mijn bijzijn kwaad had gesproken van mijn goeden Joan, ik had u mijn roemer op 't aangezicht aan stukken geslagen!"

’t Is om je te bedoen,” verzekerde Jaantje, rood van kwaadheid, tegen haar vertrouwelinge, de werkster: „daar zit me nou ’s middags dat mormel, tusschen meneer en mevrouw in, aan tafel. Ja! zoo waarachtig als ik hier voor je sta, m’n goeie mensch!

Bij een lantaarnpaal zag ze haar loopen, frisch in de paarse properheid van haar japonnetje. Ze zag ook den korporaal, die met botte stappen naast het meisje ging. Vrouwtje werd spichtig van kwaadheid. Toen ging ze wat dutten. In de kleine kamer brandde een spiritusvlam achter de porseleinen plaatjes van het komfoortje. De thee stond behaaglijke prutteltjes te puffen.

"Moeder," hernam de oude man, en 't was een geluk, dat hij nog geene laarzen aanhad; hij zou anders van kwaadheid gestamptvoet hebben; "ik zeg je, dat jij daar geen verstand van hebt! Wat?

Zondags aan tafel, na elke corrida, overstroomde hij de eters met zijn verrukt-zijn om een mooie overwinning of met zijn luidruchtige kwaadheid over het mislukken van zijn geliefd genot.

Er was tot verbazing zoowel van Dik als van Flipsen, geen spoor van hem te zien. Flipsen was woest van kwaadheid, en met gebalde vuist kwam hij op Dik af. "'t Is eene schande, eene schande!" schreeuwde hij Dik toe. "Ik zeg, 't is eene schande om je zoontje zoo tegen mij op te zetten, en hem te leeren mij te bespotten. Maar ik zal hem krijgen, ik zal hem krijgen, ik zal..."