Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juni 2025


Een ruwe hand werd op haar mondje gelegd. Ze opende verschrikt de oogen en gaf een gil, die dadelijk werd gesmoord. Een afschuwelijk gezicht was over haar heengebogen. Een man in vuile lompen gekleed, lag naast haar op zijn knieën. Ze beefde van afgrijzen, wilde de hand wegduwen. "Houd je mond, mormel," siste hij door zijn vuile tanden en ze voelde zijn adem op haar hoofd.

Een korte greep van Sikes' hand was voldoende om de tralies los te wringen, zoodat het raampje spoedig wijd open stond. »Luister nou, klein mormelfluisterde Sikes, haalde een dievenlantaarn uit zijn zak en liet het licht op Oliver's gezicht schijnen, »ik zal je hier doorheen zetten.

Gij zult een opgezette wezel, die een jong konijn vasthoudt, voor het raam zien staan. Klop den ouden Sherman op en zeg hem, uit mijn naam, dat ik onmiddellijk behoefte heb aan Toby. Breng Toby dan met u mede terug in het rijtuig." »Een hond, naar ik veronderstel." »Ja, een leelijk mormel, met een verbazingwekkend reukvermogen.

Ik weet, dat u ons kindje zal liefhebben, ook al is het een grooter mormel dan zijn moedertje is! Als het maar niet mormelig in hart en geest is, dan is het goed, Moeske! En dat kan haast niet, tenzij kwade geesten waken bij zijn wieg. Maar daar zal uw talisman wel voor zorgen, kwade geesten van uw kleinkindje afweren.

Hij klopte op de deur van een huis in deze straat; na een paar gemompelde woorden gewisseld te hebben met den persoon, die open deed, liep hij naar boven. Een hond bromde, toen hij de kruk van een kamerdeur aanraakte en een mannenstem vroeg, wie er was. »Ik ben 't maar, Bill, ik ben 't maar, jongenzei de Jood, naar binnen kijkend. »Kom der dan heelemaal inzei Sikes. »Lig stil, stom mormel!

Altijd is het jonge dier een klein, leelijk mormel, wiens ledematen dubbel zoo lang schijnen te zijn als die van zijne ouders, en wiens gezichtje veel meer gelijkt op dat van een grijsaard, dan op dat van een kind, zoo rimpelig en vol plooien is het. Dit monstertje is echter in nog veel hoogere mate de lieveling van de moeder, dan het bij de menschen in dergelijke gevallen pleegt te zijn.

Van het kindje in beugels, dat al van half elf gewandeld had en er schrikkelijk verhit uitzag: "Als ik er zóó eentje had, deed ik het een steen om den hals". Alles luid genoeg om verstaan te worden door de respectieve eigenaars van het mormel, de leelijke koppen, en den jongen heer.

Toen Marie het bibberende diertje had gezien, dat zoo smeekend van onder zijn verwarde haren tot haar opzag, als vroeg het bevend: „Och jaag me niet weer weg!” kon zij niet besluiten om Jaantjes raad te volgen enhet mormel aan den dijk te zetten”. Integendeel zij bekeekhet mormeloplettend, vond dat het aardige, snuggere oogjes had en zóó vriendelijk met zijn kort staartje kwispelde, dat het zonde en jammer zou zijn om ’t arme dier weer in zijn vroegere ellende terug te stooten.

’t Is om je te bedoen,” verzekerde Jaantje, rood van kwaadheid, tegen haar vertrouwelinge, de werkster: „daar zit me nou ’s middags dat mormel, tusschen meneer en mevrouw in, aan tafel. Ja! zoo waarachtig als ik hier voor je sta, m’n goeie mensch!

Aan zijn voeten zat een witharige-roodoogige hond, die zich afwisselend er mee bezig hield, met beide oogen knippend zijn meester aan te kijken en een groote versche wond te likken aan den éénen kant van zijn bek, die hij pas geleden in een gevecht scheen opgedaan te hebben. »Stil mormel! Stilzei Sikes, plotseling de stilte verbrekend.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek