United States or Pakistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dan verkocht hij het armzalige huizeken, het dagelijksch gerief, de meubelen; dan verkocht hij zijne booten.... En ze trokken naar de stad en openden er een specerijwinkel. Er werd opnieuw gesmokkeld en gekonkelfoesd. De waren kwamen aan van tallenkant. Rik had alles meesterlijk geschikt. Maar Ursule allengerhand werd sterker dan haar vader. Ze speculeerde met meer vernuft en meer zekerheid ook.

Een beetje verder, aan een leemen huizeken, zagen zij een kat aan de deur zitten met een gezicht gelijk Pietje de Dood, en haar miauw! miauw! scheen uit 'nen grafkelder te komen. "Wat is er met u gebeurd?" vroeg Langoor. "Ja", zei de poes, "vraag mij zoo'n dingen! Ik ben half blind van ouderdom, en kan bijkans geene muizen meer vangen.

Albien bleef zitten bij haar en, als de oude Rik ook langs de trap weggeraakte, schoof hij een stoel dichte bij de groote tafel en nam, bezij den schoorsteen, de dooze, die Sebastiaan hem had meegebracht. Hij zei: Dat is een nar ding, wat ge daar speelt, mijn kind!... Hij zette zich goed op zijn gemak en bracht het Zwitsersch huizeken te voorschijn.

Twee- en drijmaal te weke bracht ze een haastig bezoek bij Romaan en liep dan, langs veranderlijke omwegen, de stad omme, endelijk in een verlaten wijk een laag huizeken binnensluipend.... Niemand mocht vermoeden dat ze hier kwam, en ze nam dan ook alle voorzorgen om te beletten dat iemand 't vermoeden kon. Daar Ursule niemand bij Romaan zenden kon, geraakte zij deze vreemde doening niet te wete.

Goedele ging zelden op het verdiep, waar Johannes twee liefelijke leeskabinetten en een badkamerken aangelegd had. Het huizeken had overigens 't karakter niet van een blijvende woonste en 't leek meer op een verrukkelijk pied-

Als ik u ruw aanspreek, moet ge me telkens vergeven, seffens. Ik ben zoo dikwijls vernederd door u, en dat maakt me uitzinnig. We zullen Justa wegzenden. We zullen een schoon huizeken gaan bewonen, buiten, in 't loof. Niet waar?... Zeg dat ge me bedrogen hebt.... Hoe hebbe 'k dat toch kunnen gelooven! Goedele antwoordde niet.

Hij zou haar vele doen vergeven, dat hij niet laten kon. Te gare zouden ze endelijk brave geneuchten beleven en hun huizeken voelen teenemaal lauw worden van eender geluk. Saam zouden ze Romaan bezoeken, en Romaan zou met Madeleen ook bezoek brengen. En later zou ze aan haar broer teruggeven, wat moeder hem ontnomen had.... Moeder geeft 't hem misschien vanzelf.... Ja, zekerlijk.

Hij werd ongeduldig, duwde koortsig zijn hoed op zijn hoofd, tort lastig over het tapijt, van end tot end, en bleef daarna stokkestijf rechtestaan. Nu dan.... Kom! Goedele bibberde van ongedurigheid, binstdat ze zich aanschikte. Ze verlieten zwijgend het huizeken en stapten nevenseen, zwijgend, langs de straat. 't Was ijverig noenbedrijf in de stad.

Hij vroeg aan mijnheer Wilder of hij 't huizeken schoon vond, en Albien vertelde hem hoe 't ineenstak, hoeveel tijd het in gang bleef en hoe schoon veuzekens de beiaard speelde. Terwijl Goedele een kopje koffie gereed maakte boven 't alkoollampje, en 't gaslicht aanstak, bood hij mijnheer Wilder een sigaar aan. Dat zijn weer van die fijne sigaren, zei Albien. Ze smoorden en praatten ondereen.

Ze was vrij. Geen banden knelden haar, geen wil van moeder bezeerde haar, geen muren van 't vierkante huis alginds wogen op haar. Ze was vrij levend en hare liefde, die sterkelijk uit eigen zinlijke emotie en eigen gepeinzen was opgerezen, hare liefde was vrij.... Met nieuwe gretigheid liep ze dan naar het huizeken, waar Johannes op haar wachtte of waar zij op Johannes wachten zou.