United States or Lithuania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Albien bleef zitten bij haar en, als de oude Rik ook langs de trap weggeraakte, schoof hij een stoel dichte bij de groote tafel en nam, bezij den schoorsteen, de dooze, die Sebastiaan hem had meegebracht. Hij zei: Dat is een nar ding, wat ge daar speelt, mijn kind!... Hij zette zich goed op zijn gemak en bracht het Zwitsersch huizeken te voorschijn.

Bezij de deur hing een hoop kleeren en, ernevens, op een hoog tafelken, dorde een bloemtuil. Goedele voelde hier de moeheid van leven.... Johannes rechtte zich meteen en vatte hare hand. Hij bad: Geef me een zoen. Ze lengde haren hals onsierlijk uit en kuste hem. Dan hief hij een grauwe gordijn omhooge en leidde haar binnen. Het atelier schaterde in 't volle noenevuur.

Ze ging traagzaam wandelen in den tuin, bezij de rote leeljen en de hoopen bloedende rhododendrons. Vaak kwam vader trippelbeenen nevens haar, al vertellend met blijde gebaren van een nieuwe uitvindinge. Andermaal ontmoette ze in schaduwrijke diepten het witte gezicht van grootvader. Ze voelde telkens een wreveling in haren nekke en wees dat hij van kant zou terten.

Ze liepen langs de zijgende gaanderijen die bezij den rechtergevel van het Justitiepaleis afhellen trapsgewijs. Ze drongen door de halve duisternis der smalle steegjes van de Kapellewijk en nu waren ze binnen het volle stadsrumoer.

Ze zag er uit wel een van tenden de vijftig jaren, maar effen-zwart bleven heur haren, zorgvuldig te midden open, in gladde vlechten gekamd en bezij hare ooren in een nat, regelmatig krulleken vastegeleid. Gerimpeld en was zij niet: haar gezichte bleef gedurig effen en eenvervig, en nooit en speelde er een vouwken of tintelde er een kleureken in dat toonloos, gelijkvormig gelaat.

Ik herinner me niet.... Ik herinner me niet, moeder. Ja, dat zal heerlijk zijn! Ze zweeg een stonde en de avond daalde daarbinst. De beweeglijke deemstering speelde om de venstergordijnen, grauwe schaduwen leggend langs de plooien, en ze kwam neerwaarts doezelen bezij de muren om haar dikten op te stapelen in de hoeken, binnen de schouwe of onder de kasse.

Heelemaal buiten de poorten ... de vesten over ... en Brabant in.... Ei? Kijk daar! 't Was, bezij de baan, een groote kudde schapen, die schuchter tegen den barm verdrongen, roerloos te wachten stond, tot de vervaarlijke stoomvaart voorbij zou daveren.

Dezelfde plooi zakte van weerskanten, bezij hare lippen. Ze kreeg een kwaad en onweerstaanbaar verlangen, precies lijk daarboven, als ze meteen vóor grootvader stond. Ze veranderde van stem en liet hare woorden met scherpe ruwte hakken in de stilte. Zeg eens, Bella, wat is eigenlijk uw idee omtrent mijn verloofde?

In hooger wijken was 't, bezij de eenvervige huizen, de moede gang van beambten, verslonden in dagbladlectuur, of de fiere prontigheid van anemieke winkeljuffertjes.... Goedele drilde daar midden in zonder spreken. Door hare hersens slingerden verwarde gedachten, en ze liet ze seffens los om nieuwe vaste te houden. Hoeverre was alweer de zoete vredigheid!

Hij sprak maar niet, drilde zonder opkijken langs de gevels, steeg bezij de Sinter-Goedelekerk, die over zijn rug hare grijze gewelven ophoopte in den mist, en, langs den Treurenberg en het park, bereikte de Regentielaan. Vóor de deur bleef hij staan. Mijnheer du Bessy klopte zachtjes op zijn schouder. Zeg-'es, Nessie, vroeg hij stil, scheelt u wat?