Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Bezij de deur hing een hoop kleeren en, ernevens, op een hoog tafelken, dorde een bloemtuil. Goedele voelde hier de moeheid van leven.... Johannes rechtte zich meteen en vatte hare hand. Hij bad: Geef me een zoen. Ze lengde haren hals onsierlijk uit en kuste hem. Dan hief hij een grauwe gordijn omhooge en leidde haar binnen. Het atelier schaterde in 't volle noenevuur.
Goedele drong dichter bij Johannes aan. In haar rustte al 't geweld van den schoonen dag en ze had nu een zachte behoefte om 't niet in gichtigheid weer op te jagen. Ze wilde rustig zijn. Ze voelde zich meegroeien tot eene effene vrede, met den peiselijken avond, en ze zou niets hier breken, noch door onsierlijk gebaar noch door kwetterend gezegde.
De edelen alleen hebben het recht zijden kleederen te dragen; echter trekken zij hun pronkgewaden slechts aan, wanneer zij naar het hof gaan of een beleefdheidsbezoek afleggen. De ambtenaren der regeering, de yakoeninen, dragen, als zij in dienst zijn, een wijden pantalon en, in plaats van den kirimon, een overkleed met wijde mouwen, dat tot de dijen afdaalt en niet onsierlijk van vorm is.
Dat alles teekende zich levend af onder haar vlugge bewegingen en 't eenige wat iets minder mooi scheen was de rug, die nog al onsierlijk welfde, alsof ze geen corset droeg. Charlewie, de oude tuinman, hielp haar. Hij was taai en mager en als 't ware uitgedroogd. Hij had zijn klompen uitgedaan en liep op dikke grauwe sokken over de tapijten.
Haar pelsen kapeliene plooide onsierlijk over haar hoofd en natte haarlokken vielen over hare wangen. Ze was door en door beregend. De kille Aprilwind had het tipje van haren neus en de randen van hare oogen roodgebeten, terwijl hare wangen en haar mond doodsbleek waren gebleven. God! dacht Doening, het groote hart stort in.
Een schaatsenrijder, een gewone boerenpummel was daar met groote arm-en-been-bewegingen aan 't zwieren, maar van het eerste oogenblik bemerkte ik dat het niets te beteekenen had, dat het in de verste verte geen kunst was, dat het niets was dan overdreven en onsierlijk slingeren en zwaaien, zooals de eerste de beste rijder kon die maar ietwat stevig op zijn beenen stond en niet bang voor vallen was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek