United States or Estonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als ik u ruw aanspreek, moet ge me telkens vergeven, seffens. Ik ben zoo dikwijls vernederd door u, en dat maakt me uitzinnig. We zullen Justa wegzenden. We zullen een schoon huizeken gaan bewonen, buiten, in 't loof. Niet waar?... Zeg dat ge me bedrogen hebt.... Hoe hebbe 'k dat toch kunnen gelooven! Goedele antwoordde niet.

"Weet ge niet, dat in dergelijke gevallen de mannen zoo zwak zijn, dat ze zelfs de vrouwen de moeite besparen om zich te rechtvaardigen! Ik hield tegenover den markies de Marialva vol, dat je mijn broer was. Neem mij niet kwalijk, dat ik je weer zoo familiaar aanspreek, maar ik kan mij moeilijk van die oude gewoonte losmaken.

In één woord, hij meent, dat zoo ik, in plaats van een geleerd stuk, als ik eerst voornemens was, eene bijdrage in den Almanak lever, waarbij ik in 't bijzonder de Dames aanspreek en mij richte naar den smaak, dien hij in haar veronderstelt, zulks hem wel een paar honderd exemplaren meer zal doen verkoopen. Bij een dergelijken redetwist moet een Redacteur wel altijd de minste wezen.

"Wel, liefje," zeide hij, haar onder de kin strijkende, "houd maar courage." De onwillekeurige blik van schrik en afgrijzen, waarmede het meisje hem aanzag, ontsnapte hem niet. Hij fronste dreigend zijne wenkbrauwen. "Geene kuren, meid. Gij zult een pleizierig gezicht zetten als ik u aanspreek hoort gij.

Ge merkt wel, dat ik hem aanspreek als Ah-Ki en niet als Hop-Ki. "Ah" beteekent zooveel als mijnheer, en de kerel staat ook op zijn eer. Iemand met "Ah" aan te spreken, is een van zijn drieduizend beleefdheidsformules, en die drieduizend formules beginnen te San-Francisco in gebruik te komen.

Zij glimlachte weemoedig. Herken je me niet meer? sprak zij, met hare stem van gedempt zilver. Hij knikte, onhandig iets mompelend, onhandig zijne hand uitstekend. Zij drukte die even zacht en ging voort, steeds met haar zacht geluid, dat was als een echo: Neem me niet kwalijk, dat ik je zoo aanspreek, maar ik zoû je gaarne iets willen zeggen.

Maar na al mijn leed, na al mijn ongeluk, nog dees ongeluk weer. Ik kan niet meer.... Ge zijt niet alleen.... Romaan is buiten zinnen. Hij begrijpt niets. Hij wordt zot. Hij antwoordt niet als ik hem aanspreek. Hij zegt niets.... Ik heb toch ook troost noodig! Goedele kuste haar en pinkte gauw een heet-kittelenden traan weg.

Maar hoor thans hoe kalm en gemeten ik u aanspreek .... Ik beken, mijn vriend, dat ik uitgeput ben niet echter vóor ik zegepraalde, wilde ik het u bekennen. Ik ben, tot op de laatste vezel, uitgeput. Ik bemin u niet meer. Waar is dan de zegepraal? Dat ik u niet meer bemin, eer gij zelf ophoudt mij te beminnen. Een vlugge traan trilde op hare wimpers en viel.

Neem het mij daarom niet kwalijk, dat ik je aanspreek en laat me je vragen, of je me vergeven wilt, als ik je eens gekrenkt heb, en of je voortaan eene zachtere herinnering aan me wilt bewaren. Eve, Eve! stamelde hij. Jij mij vergeving vragen? Ik was het, ik was het, die ... O neen! hernam zij zeer zacht. Je bent het vergeten. Het was ik ... Vergeef je het me?