Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
En als mijn hoofd niet denkt voortdurend aan mijn kleine kind, en als mijn hoofd niet rijp verstandig denkt in mijne zwangerschap, dan wordt mijn kind dom of dof of arrem, zooals zoovelen. Wij vragen den achturendag, omdat het zacht gebabbel van het kleine kind door ons gehoord moet worden.
O krinklende winklende waterding, met 't zwarte kabotseken aan, wat zien ik toch geren uw kopke flink al schrijven op 't waterke gaan! Gij leeft en gij roert en gij loopt zoo snel, al zie 'k u noch arrem noch been; gij wendt en gij weet uwen weg zoo wel, al zie 'k u geen ooge, geen één. Wat waart, of wat zijt, of wat zult gij zijn? Verklaar het en zeg het mij, toe!
Nu zet de vroolijke, joelende stoet zich in beweging, en in Noord-Brabant wordt hierbij gezongen: Te N. willen wij niet wonen, Daar zijn de wijven te kwaad, Maar te N. willen wij wonen, Daar zijn ze beter van aard. Of wel: Te N. willen wij niet wonen, Daar is 't een arrem land, Maar te N. willen wij wonen, Daar zijn rozen geplant.
Mogt ik nu maar dankbaar wezen, over mijn gelukkig lot; Ja ik wil gehoorzaam leven, en u danken, goede God! Ja ik wil gedurig denken, als de koude mij verdriet, Ach! hoe menig duizend menschen hebben zo veel voorraad niet. Ja ik wil dan wat besparen, en wat van mijn overvloed Aan een arrem kindje geven, dat van honger schreien moet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek