United States or Uganda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met ongeloofelijke snelheid en behendigheid beklimt de Wouwou, volgens Duvaucel, een bamboesstengel, een boomtop of een tak, slingert hiermede eenige malen op en neer of heen en weer, en overspringt nu, geholpen door de veerkracht van den terug zwaaienden tak, tusschenruimten van 12 of 13 meter, drie, vier malen achtereen, met zooveel gemak dat men geneigd zou zijn deze beweging te vergelijken met die van een pijl, of van een in schuinsche richting naar beneden schietenden vogel.

Het is licht te begrijpen, dat men reeds voor vele jaren op het denkbeeld is gekomen, de zooveel winst afwerpende Kasjmir-geit in Europa te acclimatiseeren. Ternaux, die de sjaal-weverijen in Frankrijk invoerde, kwam op het denkbeeld zich dieren van dit ras te verschaffen; de beroemde Jaubert hielp hem dit doel te bereiken. In het jaar 1818 scheepte deze reiziger zich naar Odessa in, en vernam hier, dat de nomadische stammen in de steppen tusschen Astrakan en Orenburg Kasjmirgeiten hielden; hij bezocht deze menschen, overtuigde zich door nauwkeurig onderzoek van het wolhaar, van de echtheid van het ras hunner Geiten en kocht er 13000 stuks van. Deze kudde bracht hij naar Kaffa in de Krim, scheepte zich hier met hen in en landde in April 1819 te Marseille. Slechts 400 stuks hadden de lange, moeielijke reis kunnen doorstaan, en deze hadden zoo sterk geleden, dat men zeer betwijfelde, of zij voor de fokkerij zouden kunnen dienen. Vooral de bokken waren zeer verzwakt. Gelukkig werd bijna te gelijker tijd een flinke bok van dit ras, dien de Fransche natuuronderzoekers Diard en Duvaucel in Indië ten geschenke hadden gekregen, door hen aan den Parijschen dierentuin gezonden. Hij werd de stamvader van alle Kasjmir-geiten, die thans in Frankrijk voorkomen, en welke aan dit land 7.2

Hij bereikt minstens de grootte van het Edelhert; Duvaucel beweert zelfs, dat enkele exemplaren, die hij op Sumatra heeft gezien, voor het grootste Paard niet onderdeden.

Allen zeiden onmiddellijk den Hollander den dienst op in de vaste overtuiging dat de gepleegde heiligschennis voor den vreemdeling, en misschien ook voor hen, vreeselijke gevolgen zou hebben. Duvaucel bericht, dat het hem in den eersten tijd onmogelijk was, een van deze Apen te dooden, omdat de inboorlingen dit steeds verhinderden.

Duvaucel noemt den Siamang langzaam, dom, onbeholpen, lui, onhandig, vreesachtig en vervelend, onverschillig tegenover zijne verzorgers en onvatbaar voor welwillende, zoowel als voor wraakzuchtige gevoelens. Forbes daarentegen roemt zijne tembaarheid en aanhankelijkheid.

Voor de Fransche reizigers Diard en Duvaucel bleef de taak weggelegd ons nauwkeuriger berichten te verschaffen; Quoy en Gaimard leverden de eerste goede afbeelding; Rüppell, die de bedoelde Sirenen in de Roode Zee vond, gaf ons de eerste mededeelingen omtrent hare levenswijze.