Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 mei 2025
"Ach noe ja!" zeide Weinstübe: "die dames sollen ons kenadik bardon schenken wollen: 't is waraftig onze schuld nicht. Herr Plaek sagte: "da sind tamen: wollen wir ons combliment machen kaan." Aber wier woesten nicht, dat er eine so achtbare keselschaft da ware." "Dat valt u dan tegen," zeide Suzanna. "Hoe vaart uw vader, Mijnheer Blaek?" vroeg Tante.
"Het weinige, dat ik verrichtte, meriteert geen eloges," zeide Reynhove: "ik ben te gelukkig van in de occasie te zijn geweest, om de dames eenige geringe diensten te kunnen bewijzen, en heb niets gedaan als hetgeen ieder, die eenig gevoel van compassie en betamelijkheid bezit, in mijne plaats zoude verricht hebben." "Dat is een mooi compliment voor Weinstübe," zeide Suzanna.
De bui was intusschen meer en meer genaderd, en weldra viel de stortregen op het dek. De dames, hoewel in de kajuit geborgen, waren ook daar niet veilig voor het water, dat als een cascade de trappen afstroomde. Weinstübe was insgelijks naar binnen gevlucht en prevelde al de gebeden, die hij in zijn leven geleerd had.
Caspar Weinstübe was, gelijk ik naderhand kwam te weten, een gelukzoeker geweest, gelijk Westfalen die jaarlijks overzendt naar Amsterdam.
"Kom," zeide ik: "Sinjeur Weinstübe! Wees een man. Wat drommel! als het niet was om het ongerief, dat zulks aan de dames veroorzaakt, zoude ik mij, wat mijzelven betreft, niet verlegen maken." "Vloek maar niet," zeide Suzanna: "daar is het nu geen tijd toe."
"De Heer Reynhove heeft volmaakt gelijk," zeide Contour tegen Lodewijk: "gij kunt niet vechten tegen iemand, die het opneemt voor uwe eigene nicht." "Ja! das ist auch waar," zeide Weinstübe: laten wij er maar nicht meer over spreken und ein klaasje von frundschap trinken."
Een algemeene kreet van ontsteltenis deed zich hooren. Lodewijk werd bleek als een laken en een krachtige vloek bestierf op zijn lippen. "Ach! mein Kot!" zeide Weinstübe: "set mihr aus: ich wil er aus. Ich wil nicht langer hier pleiben." "'t Is niets!" zeide ik, de dames wenschende gerust te stellen; "wij hebben het ergste al geleden. Alle man aan 't werk: dames! gaat in de kajuit!"
"Ik heb hem een paar reizen ontmoet," zeide ik: "hij kwam mij voor een beleefd, werkzaam mensch te zijn, wien niets ontbreekt als een betere gezondheid en wat ruimer middelen." "Ja!" zeide Weinstübe: "recht zoo! 't is een khale rot; maar hij werkt koet: hij petient ons wel als makelaar: en ik moet zeggen, hij is altijd bront en oblizant." "Juist zoo!" zeide Lodewijk: "welnu!
"Niet zoo mal," antwoordde Lodewijk: "zij is geen onaardig bekje en zou wel willen, geloof ik; maar wij zullen er niet aan doen." Ik gevoelde een innigen trek, om den pochhans op zijn gezicht te trommelen en bedwong slechts met moeite mijn toorn. "Maar toch, Plaek!" zeide Weinstübe: "man sagt, der Her papa wil mit alle kraft und keweld, dat je haar trauwen solt."
Eerst op de tweede uitnoodiging gaf Weinstübe teekenen van leven. Hij lichtte even het hoofd op en zag mij aan met een versuften blik en een open mond. "Kom Mijnheer!" zeide ik: "als er dames in 't gezelschap zijn, zult gij toch wel de beleefdheid hebben, de rustbank niet voor u alleen te nemen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek