United States or Finland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar de oude Löbell zei, terwijl hij Dorus met het mondstuk van zijn pijp op 't hoofd tikte: "Doe schwerenöther! noe kann noch 'mal was rechtes aus jou werden; schade oend jammer, dat jij kein broest voor die trompete hévt! Adjé! kerlchen, mach's goed." Het kostte Dorus weinig moeite om afscheid te nemen van het geslacht Carlo en de overige leden van het gezelschap.

Mooi klinkt vooral en als ge in de buurt van Canne komt, moet ge het door een inwoner eens laten zeggen!: "Zoe min es 't noe in zomerhits kaan snieë En 't nach kaan zijn in volle dageschijn, Zoe min mag geer gebruuk en wet versmieë En zal dees vrouw zich vrijgesproke zien."

Hun noodzakelijkheid is vooral een uitvloeisel van de aanraking, waarin Roemenië komt met de havens uit het Oosten, van waar zooveel epidemische ziekten worden ingevoerd. Dichtbij Domna Balasa staat de kerk van Spiritoe Noe, belangrijk om haar groote afmetingen.

"'t Gaat nicht mehr; ich hèv 't asthma; die broest ist kapoet, der blasebalg taugt nicht mehr; daroem bin ich weer nach meine Heimath gezogen oend trommele mir noen mein bischen brot zoesammen." "Arme kerel!" "Noe! 's ist mir doch noch besser gegangen wie oenserm frühern Prinzipal Carlo." "Hoe zoo?"

Rtt! se sijn er uit, en Louwtje is er ook uit." Men bemerkt uit deze laatste woorden, dat Laurens zuiver in de leer was. "Ier selje nau kom te sien die alkemeene sontvloet. Daar ebje die arke Noë: Daar ebje die beeste, die kaan in de ark twee an twee.

Hun noodzakelijkheid is vooral een uitvloeisel van de aanraking, waarin Roemenië komt met de havens uit het Oosten, van waar zooveel epidemische ziekten worden ingevoerd. Dichtbij Domna Balasa staat de kerk van Spiritoe Noe, belangrijk om haar groote afmetingen.

Daar ebje twee kanse, twee an twee, daar ebje twee eend: daar ebje ram en skaap: daar ebje twee farke, twee an twee: daar ebje os en koei: mijn kroote kameraten, twee olikante ik verspreke mij twee olifante." N.B. deze verspreking, waarop wij altijd voorbereid waren, veroorzaakte telkenreize dezelfde vroolijkheid. "Daar ebje Noë en sijn famielje, die drijven die beeste na die ark.

Het was Palmpaschen, en beiden hadden ze een vogeltje van brood op een stokje. Ze zongen hetzelfde liedje: "Palm palm paschen Eikoerei eikoerei, Noe nog êêne Zundag En dan kriege we 'n ei En dan kriege we 'n ei

Door al deze statige en zonderlinge personen omgeven, schouwde hij met ernstige verbazing in 't rond. Alles vereenigde zich om zijn verbazing te vermeerderen. In den salon van mevrouw T. waren oude adellijke, zeer eerbiedwaardige dames, als: Mathan, Noé, Levis, dat men als Levi, Cambis, dat men als Cambise uitsprak.

"Wel, wissen sie dass nicht: die hèvt zich voor een paar Jahren den nek gebrochen bij 't opschlaan von die tent. Es war da in die laatste Jahren auch nichts mehr los, nachdem joeffrouw Keetje todt war, lief die boel durch mekanderen.... Aber noe bitte, Herr....? Ich durf wol nicht mehr so famieljaar Doroes zeggen?" "Zeg jij maar gerust Dorus, Löbell!" "Herr Doroes dann! ist das je vrouw?"