United States or Benin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij las het keukenboekje. Over en door de blauwe lijntjes van het papier stond geschreven in het doezelige waggelende potloodschrift van de keukenmeid: brood zestien cent, aardappelen dertig cent, arme vrouw twee cent, sleeper voor mijnheer een gulden vijftig ... Nu sprongen er in eens tranen uit Mathildes oogen op het schrift en bleven er in biggelende druppels op liggen, zóo doorschijnend, dat de letters van Jans er doorheen nog herkenbaar waren: brood, zooveel, aardappelen zooveel, arme vrouw ... En plotseling scheeuwde alles in de rondte aan Mathilde de nutteloosheid van haar leven tegen.

Evenals deze zijn zij van symbolischen aard; zij ontleenen hunne beteekenis uitsluitend aan hetgeen zij "voorstellen". Men denke b.v. aan eene aardrijkskundige kaart, waar het eene land rood, het andere groen is geverfd, waar spoorwegen door twee evenwijdige lijntjes en grenzen door kruisjes of stippellijnen worden aangeduid; of aan eene afbeelding van het menschelijk hart in een anatomische atlas, waar het aderlijk bloed blauw, het slagaderlijk bloed rood gekleurd is, enz. enz.

Is er in de teekening van deze lijntjes, streepjes en krabbels iets, dat we buitenwoon vinden, dat wij zelf niet in ons hoofd hadden, als Rembrandt het ons niet zoo vertoonde. De figuur van Lazarus is in blanke tint uitgebeeld; ook de steenwanden, waar hij tusschen ligt.

Van het grimmig luchtpantser naar de zwarte, stevige, harige koppen, plooiden, bewogen, spiraalden, verschoten-weer zacht-witte lijntjes van sneeuw. Het was geen wild dwarrlen noch jagen van vlokken kinderangstig, spelend, soms schijnbaar stijgend-terug, waaitrilden de stuifjes en pluisjes, even-glanzend in een bruinen volbaard, luw-prikkend stervend op de warmte van 'n huid, droomrig-meetrillend op het knippend beweeg van een wimper. Eleazar wachtte ontroerd tot ze zwegen, hernam toen met kalmer gebaar, straf-kijkend in het warren der zwarte takken:.... "We zullen lééren te willen, kameraden, leeren te volharden, leeren éénsgezind te blijven. Waarom wonen onze ouders, broers, zusters in krotten waar geen zon schijnt, waar geen plant kan leven? Waarom sterven we zonder licht, lucht, vreugde? Waarom zien onze kinderen 'r ziekelijk uit, worden ze geboren misvormd en mismaakt? Waarom groeien we van onze jeugd tot in 't graf in ellenden, ontbering, wanhoop, leed? Waarom staan we hier in de sneeuw te bédelen met schuwe gezichten en benepen harten om 'n verhooging van lóón? Waarom blijven we vervolgden, verschopten, gevloekten, wij die

Het ongeoefend oog zal bij den eersten aanblik misschien den indruk krijgen, dat de kunstenaar groote vlakten in zijn werk wit heeft gelaten en dus nog niet heeft bearbeid, alsof de teekening onvoltooid is gebleven. Maar tusschen de oogharen door gezien, gaat er een licht op. De ruimten, die niet met zwarte lijntjes zijn gearceerd, blijken verlicht te zijn.

Dan zag hij van heel dichtbij haar fijne blanke vel en hij bespiedde al de verschillende trekjes en lijntjes die te zamen die uitdrukking van nobele goedheid en weemoedsvolle blijdschap gaven, dan keek hij in 't lichte grijsblauw van de oogen en zag de schaduwtjes van de oogharen.

En in dien nevel dacht zij aan Moldehoï en zag zij het spectrale fjord opschemeren tusschen zijne schermen van bergen in den mist, en zag zij de drie lijntjes goud in het westen ... En zij voelde zich op eens geheel en al verlaten en eenzaam, zooals zij zich gevoeld had, in dien mist, zelfs zonder gedachte aan Sir Archibald en Frank, slechts denkend aan hare doode moeder.

Straatjongens speelden damspelletje op de, in de marmeren treden door hen gegroefde, vierkante lijntjes.... Meiden met kleurige toga's om want de deerne droeg de "toga" en niet als de matronastola en palla wandelden daar, wapperden met hare franjes, buitensporig gekapt, lonkten met geschilderde oogen.... Pleitbezorgers stonden met hunne slachtoffers te redetwisten, druk over hun hangende processen, met de duimen stavende hun bewijsredenen.

De regen viel niet neêr, maar scheen slechts als vocht af te sijpelen uit het zwarte floers der wolken, die nog niet scheurden en in het westen tusschen twee bergen, die zich openden om een streepje van den oceaan te laten doorschemeren, trilde iets bleekgouds en vaalrozigs, nauwelijks een paar lijntjes roze en een tikje goud: de aalmoes van een zonsondergang....

Het is gebleven bij de hoofdlijn Belgrado-Vranja-Konstantinopel met den zijtak naar Ristovatz-Saloniki en de beide noordelijke lijntjes Lapovo-Kragoejewats van 30 en Palanka-Semendria van 40 kilometer. Nog altijd blijven de kleine harige paardjes en de zware, schrikkelijk knarsende ossenkarren het eenige vervoermiddel voor groote vrachten.