Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Zij streken doezelige randen om de deur-posten en de lijsten der schilderijen, zij schuifelden in driehoeken en schuine vierkanten tegen het plafond op, zij maakten de wanden tot glansloze spiegels, waartegen de vaasjes, de beeldjes, de hoeken van het kastje de leuningen en pooten der stoelen zich schetsten, als kleine schimmetjes, vreemde figuurtjes, dof-grijze vlekken; zij spreidden den donkeren schijn der stoelen-zittingen en van het tafelkleed in lange stroken en flodderende plooyen over de vloer.
Maar buiten schemerde nog een vaag-zilverig licht van heel teere en doezelige zachtheid en de ooms vroegen aan 't meisje wat zij nu nog doen wilde: naar bed gaan of nog eventjes een avondluchtje scheppen. O, buiten, nog ne kier buiten!" riep Leontientje juichend opspringend. "'t Weer es toch zeu zacht en zeu scheune en in Parijs zit ik hoast altijd tusschen muren opgesloten.
De spelende adel, de notabelen der vierschaar, de pronkstukken der politiek en de hooghalzen van het leger, 't kwam er al saam, 't keuvelde er met de meiden, 't twistte er over de champagnekurken, 't ging er, in de doezelige nevenkamertjes vrijen, duelleeren of kaartenleggen.
God beware den schelm, want ik .... En pastoor Doening, uit de ziekekamer tredend, had met een teeken Ernest naar binnen gewenkt. Vere, het hoofd diep in de kussens, lispelde tot tweemaal: Ernest!.... Ernest!.... De doezelige schemerklaarte maakte hem eenigszins sterk. Hij vreesde altijd een vol licht op zijn aangezicht.
Ernest Verlat kwam vóor haar staan, keek haar lang aan, nam op, in een gretigen blik, den rijkdom van haar rood-beglansd haar, de doezelige roosheid van hare schouders, lichtblauw omschaduwd, en de teere handen, als vijfspoelige juweelen onder de flikkering van onrustige ringen, teer bezijden een gladde koffiekopje geleid. Wist zij dat hij daar stond?
Zij las het keukenboekje. Over en door de blauwe lijntjes van het papier stond geschreven in het doezelige waggelende potloodschrift van de keukenmeid: brood zestien cent, aardappelen dertig cent, arme vrouw twee cent, sleeper voor mijnheer een gulden vijftig ... Nu sprongen er in eens tranen uit Mathildes oogen op het schrift en bleven er in biggelende druppels op liggen, zóo doorschijnend, dat de letters van Jans er doorheen nog herkenbaar waren: brood, zooveel, aardappelen zooveel, arme vrouw ... En plotseling scheeuwde alles in de rondte aan Mathilde de nutteloosheid van haar leven tegen.
Zijn armen kruizelings over de borst, dommelde hij, en zijn hoofd, onder een grijze reispet, zonk, bij lichte knikjes, naar voren; zijn mond was even open gevallen. Wat had hij toch een mooye snor en recht mannelijk profiel! Weêr gleden een reeks van doezelige droevige voorgevoelens door haar brein.
De liefde voor vrouwen gelijk hij die meermalen gevoelde, niet als onstuimige hartstocht maar als zinnelijke verteedering en teedere zinnelijkheid, maakte de krachtstroom in hem levend, joeg dien door zijn bloed, door zijn hart, door zijn hersens, verscherpte de doezelige omtrekken zijner verbeeldingen, ontwarde de vervlochten slingeringen zijner gedachten.
Lage zetels omdeden 't lekkere vuur, dat langs welriekende sperrescheiers opvlamde, en pelsen matten legden onderaan een doezelige zoetigheid. Deze plaats gaf met een dobbele deure toegang tot de slaapkamer. Hier was met voorliefde het minste hoekje mooi-gezellig gemaakt en midden-in stond de breede sponde, geheel en al met kanten spreien bedekt en omhangen met doorzichtige voolen.
Het gansche land lag er onder hun voeten, met bosschen, bouwland, weiden en rivier, in doezelige golvingen wegdeinend naar de blauwachtige heuvelverten, alsof een goede reus met groote, zachte hand in liefdevol gebaar over de wijde streek had heengeaaid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek