Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 mei 2025


Zijn vorig leven, zijn eerste misslag, zijn lange boete, zijn uitwendige verdierlijking, zijn inwendige verhardheid, zijn ontslag, door zoovele wraakplannen vergezeld, alles wat hem bij den bisschop was gebeurd, zijn laatste daad, het stelen van een tweefrancstuk van een knaap: een misdaad te schandelijker en lafhartiger, wijl zij gepleegd was na de vergiffenis van den bisschop alles verscheen hem duidelijk en helder, maar in een helderheid, welke hij tot hiertoe niet gekend had.

Maar vergeving, gij kunt niet begrijpen wat ik zeg. In mijn huis zult ge in de asch van den haard het tweefrancstuk vinden, dat ik vóór zeven jaar den kleinen Gervais ontnam. Ik heb hier niets meer bij te voegen. Neemt mij gevangen. Mijn God! mijnheer de advocaat-generaal schudt het hoofd; gij zegt: De heer Madeleine is krankzinnig geworden; gij gelooft mij niet. Dit is treurig.

Eensklaps rilde hij; hij voelde de avondkoelte. Hij drukte zijn pet dieper op 't hoofd en trachtte werktuiglijk zijn kiel dicht te knoopen. Hij deed een schrede en bukte, om zijn stok op te rapen. Toen zag hij het tweefrancstuk, dat zijn voet in den grond had gedrukt en dat te midden der keitjes glinsterde. Dit veroorzaakte hem als een elektrieken schok. Wat is dat? mompelde hij binnensmonds.

Een dier goedaardige vroolijke knaapjes, die van het eene land naar het andere trekken en wier knieën door de gaten van hun broek steken. Steeds zingende, bleef de knaap nu en dan staan en speelde met eenige geldstukken, die hij in de hand had, en waarschijnlijk zijn geheele fortuin uitmaakten. Onder dit geld was een tweefrancstuk.

De knaap bleef dicht bij het kreupelboschje staan, zonder Jean Valjean te zien, en wierp zijn geldstukken omhoog, welke hij tot hiertoe zeer behendig op den rug der hand weder opgevangen had. Maar ditmaal ontglipte hem het tweefrancstuk en rolde in het kreupelhout tot dicht bij Jean Valjean. Jean Valjean zette er den voet op. De knaap, die met zijn blik het geldstuk gevolgd was, zag het.

In deze gemoedsstemming had hij den kleinen Gervais ontmoet en hem het tweefrancstuk ontstolen. Waarom? Dit had hij zeker zelf niet kunnen verklaren; was 't een laatste uitwerking en als een laatste krachtsinspanning der slechte gedachten, welke hij uit het bagno had medegebracht: een onwillekeurige opwelling, het gevolg van 't geen in de statica de verkregene kracht wordt genoemd?

Uit den ransel, die met de daarin zijnde afzichtelijke vodden verbrandde, was iets gevallen, dat in de asch glinsterde. Als men zich gebukt had, zou men gemakkelijk een geldstuk hebben ontdekt. Ongetwijfeld het tweefrancstuk, dat aan den kleinen savooiaard ontstolen was. Maar hij sloeg geen oog op het vuur en ging steeds met denzelfden tred heen en weder.

"Ik wil mijn geld, mijn tweefrancstuk!" De knaap begon te weenen. Valjean richtte het hoofd op. Hij zat nog steeds. Zijn oogen waren dof. Hij zag met een soort van verwondering den knaap aan. Toen greep hij zijn stok en riep met een forsche stem: "Wie is daar?" "Ik," zei de knaap, "de kleine Gervais. Ik, ik! geef mij mijn geldstuk weder, als 't u belieft! Neem uw voet weg, als 't u belieft!"

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek