Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


Op het steenblok rustte een massief ijzeren aanbeeld en daarin stak een groot slagzwaard, welks gouden scheede glinsterde in de morgenzon. Weldra had zich om het aanbeeld eene dichte haag van nieuwsgierigen verzameld, die tevergeefs trachtten de vreemde letters te ontcijferen, welke in het zwaard stonden gegrift.

Hij trad drie schreden achteruit, en stond toen stil, zonder zijn blik van de plek te kunnen wenden, waar zooeven zijn voet had gestaan, als ware het voorwerp dat daarin de duisternis glinsterde een op hem gericht oog.

Ik zit geduldig en stil! Ik weet, wat ik ben, en dat blijf ik ookOp zekeren dag lag er iets dicht naast haar; dat glinsterde zoo prachtig, en nu dacht de stopnaald, dat het een diamant was, maar het was een glasscherf, en omdat deze glinsterde, sprak de stopnaald haar aan en gaf zich voor een doekspeld uit. «Ge zijt zeker een diamant

Op eens was de deur opengedaan, en zweefde een meisjesgestalte de kamer binnen. De kroon aan den zolder wierp haar verblindend licht op een wezen, aan een elf gelijk, gehuld in een kleed van bleek groen krip, waardoor fijne, marmerwitte schouders zichtbaar werden, en over het blanke, smalle voorhoofd glinsterde het goudkleurig haar, dat langs den rug nederviel in zware, weelderige vlechten.

Ongeduldig stampte het edele dier met de vóórvoeten op de steenen en bij elke beweging van den kop rinkelden de bellen aan het hoofdstel en glinsterde het goudkleurig dekkleed in de juist doorbrekende morgenzon. Uit de handen van een zijner trouwste dienaren nam Walewein zijn helm aan, kuste het helmteeken en drukte den helm toen vast op het hoofd.

"Hm," kwam Jo, nog steeds aandachtig het gezichtje van haar zuster opnemende, want de blos verdween even spoedig als hij gekomen was, de glimlach stierf weg en een traan glinsterde op het kozijn. Betsy veegde hem af en keek schichtig naar Jo, maar deze krabbelde voort in wanhopige haast, schijnbaar geheel verdiept in "Olympia's Eed."

Daar waren er vier-en-twintig op ieder voertuig, twaalf aan iedere zijde, met den rug tegen elkander, met het gezicht naar den voorbijganger, met afhangende beenen; aldus togen die menschen voort. Achter hun rug was iets dat klonk, een keten, en aan hun hals iets dat glinsterde, een halsboei.

Aan het andere uiteinde der lange zaal stond een troon, die schitterde en glinsterde en licht verspreidde als de zonnestralen, die fonkelden in het water. Op dien troon zat de Zonnegod zelf. Deze droeg een karmozijnkleurig kleed, en op zijn hoofd droeg hij een kroon, gemaakt van lange stralen van gouden licht, die nog veel schitterender flikkerde en lichtte dan de zon op het midden van den dag.

De koeien waren op het erf voor den stal gebracht, hun huid glinsterde in de warme zon en zij loeiden van verlangen naar de weide. Lewin beval ze naar buiten te brengen en de kalvers in de stalhokken te laten en voor hen troggen met water en ruiven met hooi neer te zetten. Maar het bleek, dat de ruiven, hoewel in den herfst gerepareerd, in den winter weer gebroken waren.

Aan de breede banden aan zijn bovenarm, de sieraden op de gewelfde borst, ja zelfs van de roode marokijnen laarzen, blonk en glinsterde schitterend edelgesteente. Even verblindend als eenmaal zijn geluk, was nu het prachtige gewaad van dezen machtigen, gevallen held, die zich nog den vorigen dag beschroomd en gedrukt aan de oogen zijner medemenschen had onttrokken.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek