Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 mei 2025


Eensklaps rilde hij; hij voelde de avondkoelte. Hij drukte zijn pet dieper op 't hoofd en trachtte werktuiglijk zijn kiel dicht te knoopen. Hij deed een schrede en bukte, om zijn stok op te rapen. Toen zag hij het tweefrancstuk, dat zijn voet in den grond had gedrukt en dat te midden der keitjes glinsterde. Dit veroorzaakte hem als een elektrieken schok. Wat is dat? mompelde hij binnensmonds.

Wat de konstweiden aangaat, deze bestaan meestal in Lucerne klaver; Bourgondiën levert ook veel schapen op. De weg was vooral door den aanhoudenden regen, zeer slecht. Hij is niet bestraat, maar met kleine keitjes opgeworpen, en het draven in onze karretjes, hoewel de bankjes nog al op riemen hingen, was ongemakkelijk; wij gingen dan veel te voet, en zagen daar door de landstreek des te beter.

In 1302 stonden twee heeren van Bellegem, Daniël en Olivier, met hun gevolg onder het vaandel der Klauwaarts. Beiden verloren hun paard in den strijd. De kerk van Bellegem heeft eenen merkbaar hellenden toren. Het koor is blijkbaar zeer oud. De grond der gemeente is zwaar en kiezelachtig. Bij droog weder komen hier en daar eene menigte keitjes te voorschijn.

Om de fontein liep een pad met een mozaïek van keitjes bevloerd, in allerlei grillige figuren geschikt; en dit werd wederom omgeven door een grasperk, zoo effen als groen fluweel, terwijl een breed rijpad het geheel omsloot.

En toen de rook wegdreef voorbij de blauwe lucht waren de hoorns en 't geroep weêr stil, er lagen dooden verspreid op de mossige keitjes van den hof, waar de zon rustig scheen, Carolus waakte met zijn soldaten bij de verslagen vijanden in een groep.

Men bediende zig tot het opmetselen van dien muur, onder anderen van een' roodachtigen steen, die scheen zamengesteld te zijn uit een menigte kleine keitjes. Mij dunkt, dat dezelve gepolijst zijnde, fraai moet wezen; bij ons zou men daar wel gebruik van weten te maken, doch hier is het marmer en diergelijke steenen verkrijgbaar genoeg.

Glibberige keitjes tusschen armoedige huizenrijen. Wie laurieren en goudsbloemen verwachtte, vond gore onderkleeren, afhangend van droogstokken. Het is nooit verstandig, straten en ook meisjes van die heel mooie namen te geven. Men weet niet, of ze de belofte van hun naam vermogen te houden en zoo loopen ze gevaar, levenslang, bij iedere kennismaking, in zichzelf een teleurstelling aan te bieden.

»Heel goed, maar dat's nog geen reden voor een schilder om een martelaar te steenigen met rotsblokken, zooals geen mensch in staat is ze te tillen." »Hm ja! ik had gladde keitjes moeten geven, heel rond, heel glanzig, heel doorzichtig, niet waar? Zoo iets dat de toeschouwer van de gewone soort »heel mooi" vinden zou, en waar hij volstrekt »niet akelig" van werd."

Toen ik den vorigen zomer in de wildernis kampeerde, was er achter mijn tent een kleine bron. Ik ging er vaak heen; niet om te drinken, maar om er stilletjes een poosje tot rust te komen en te zitten kijken naar het koele water dat uit de donkere aarde tusschen de dansende keitjes opborrelde en weggleed in de varens, in het mos, om trouw zijn taak te vervullen en overal lafenis te brengen.

De vloer is zelden van leem, meestal van witte keitjes, waarin met zwarte keitjes figuren zijn gevormd, en wel in het oostelijk en in geheel het zuidelijk volksgebied. Somtijds vindt men ook blauwe plavuizen, waarover de boerin zand strooit, vaak in sierlijke figuren.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek