Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
"Goed", zeide hij tot zichzelf; "ik begin dus de enquête." Rodolphe zorgde den volgenden dag op het afgesproken uur bij Carolus te zijn. Barbemuche woonde inderdaad in een zeer mooi heerenhuis in de rue Royale en had daar een kamer, waarin een zeker confort heerschte.
Zij gingen in hijgende haast van kamer tot kamer, zij stegen tot boven in 't huis en vonden slechts meubelen en koele verlatenheid. Rogier riep Mevena's naam, Carolus riep op zijn luidst, de oosterlingen wachtten met opmerkzame blikken en luisterden. Maar het huis was eenzaam en stom. Heengaande zagen zij op den vloer eener kamer het lijk van den jongen Lugina, het bloed lag er omheen.
Doch tegelijkertijd ook zag hij, dat Rogier niet meer de zelfde krijgsman was, nu zijn hart van smachten week was. En dit bedroefde hem. Carolus had zich over veel te verwonderen dien dag nu zijn gepeinzen hem steeds nieuws openbaarden, en hij zonderde zich van de anderen af. Tegen den avond naderde hij bescheiden Rogier en Mevena, die ver van de soldaten in de schemering fluisterden.
Colline zette het glas, dat hij juist naar zijn mond wilde brengen, weer op tafel en vroeg met een zeer ernstig gelaat aan den vermetelen Carolus: "Cultiveert u de schoone kunsten?" "Ik bebouw op bescheiden wijze deze edele velden der intelligentie," antwoordde Carolus, die de vlag van zijn kunst meende te moeten toonen.
Daar, aan een kronkelend schielijk vlietje tusschen steile glooiingen, waar schaars maar groen voor de paarden groeide, deed Carolus de tenten opslaan om te rusten tot zijn bevelhebber weder hersteld zou zijn. Hij bekommerde zich om de bevelen van den keizer niet, zijn gansche aandacht en zorg waren den zieke gewijd.
Carolus ging nu dadelijk zijn leerling opzoeken en deelde hem mede, dat hij aangenomen was als lid van een voorname litterair-artistieke vereeniging, en dat hij, om zijn toelating te vieren, van plan was een diner en daarna een klein feestje te geven. Ten slotte noodigde hij hem uit aan de plechtige installatie deel te nemen ...
En toen zij aan hem dachten hoe hij lijdend lag in de tent, sprak Walid weder zijn voorspelling uit en vervloekte de vrouwen, doch Carolus was stil en peinsde hoe er genezing gevonden kon worden. Zij zwegen toen een wijle en het was rustig in het kamp, want de soldaten, die hier en daar lagen, hielden zich zeer bedaard.
En eensklaps trad hij op Walid toe, nam hem bij den arm en stapte met hem heen; Carolus riep hun nog na, dat zij de paarden vergaten, maar daar zij niet hoorden zond hij een soldaat er mede hen achterna en ging in de schaduw terug waar hij zijn harnas schuurde.
Rodolphe was zeer beleefd tegenover Carolus, Schaunard erg vertrouwelijk en familiaar, terwijl Marcel koel bleef. Carolus trachtte vroolijk en hartelijk te zijn tegenover de mannen, doch hield zich op een afstand van de dames. Bij het afscheid noodigde Barbemuche Rodolphe uit den volgenden dag met hem te dineeren met het verzoek 's middags reeds te komen. De dichter nam de invitatie aan.
Tamalone zeide dat hij blijde was in het kamp te zijn, zijn mager gelaat bloosde van opwinding; met een luchtig gebaar stelde hij de krijgslieden gerust, dat hij een voortreffelijk medicijn wist om den kranke te genezen. En tot laat was hij met Carolus bezig om het vuur. Bij toortslicht en terwijl bijna alle soldaten wachtten buiten de tent, werd den kapitein het drankje toegediend.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek