United States or Oman ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ja zeker, ik wijk nooit!" Jehan nam de teerlingen en wierp achttien in tweemalen. Terwijl de andere de dobbelstenen van de tafel tot zich haalde en dezelve dan sprekende, zonder inzicht in zijn handen scheen te houden gaven de soldeniers die bij Jehan stonden de grootste acht op hem.

Terwijl de vrolijke winner met een andere makker sprak, fluisterde Jehan iets in het oor dergenen die bij hem stonden, en scheen door zijn blikken de Breton aan hun aandacht te bevelen. Dan riep hij: "Mits gij alles van mij gewonnen hebt, makker, zult gij mij niet weigeren het lot nog eens te wagen. Ik zet het geld dat wij deze avond verdienen moeten, tegen gelijke som. Doet gij het?"

Jehan en de Breton bezagen elkander alsof zij zich tot een andere tijd beriepen, en naderden met de anderen bij de overste die hun aansprak: "Zijt gij klaar, mannen?" "Wij zijn klaar, Mijnheer De Cressines," was het antwoord. "De grootste stilte!" hernam de overste. "Herinnert u dat het huis waar deze burger ons naar toe leidt, onder de bescherming van onze veldheer De Chatillon staat.

Dat hun landschappelijk schoon niet dateert van gisteren of heden, blijkt uit de zomerverblijven, die de Mogols er hadden gebouwd en waarvan de overblijfselen nog in wezen zijn. Jehan Guir vooral was er graag in gezelschap van de schoone Noer-Mahal, wier herinnering, tegelijk idyllisch en tragisch, nog hangt onder de door haar geplante platanen.

Hij geliet zich evenwel alsof hij niets gewaar was geworden, en sprak: "Werp dan, wat aarzelt gij? Bevangt u de vrees?" "Neen, neen," riep de Breton terwijl hij de teerlingen behendiglijk uit zijn handen liet rollen. "De kans kan verkeren ziet gij wel, twaalf!" Hierop wierp Jehan de teerlingen onachtzaam op de tafel.

Jehan had zich ook tot strijden bereid gemaakt, en zwoer dat hij zich door bloed wreken zou; doch het ging zo ver niet. De twee klingen flikkerden reeds tegen het licht der lamp, en alles scheen een onvermijdelijke bloedstorting te voorspellen, wanneer een ander krijgsman binnen de kamer trad.

"Gij zijt een schelm een dief!" schreeuwde Jehan. "Heb ik niet gezien dat gij de dobbelstenen nat maakte en mij aldus valselijk mijn geld hebt afgewonnen? Gij zult mij alles wedergeven of ..." De Breton gaf hem geen tijd om voort te gaan, maar toog zijn brede degen uit de gordel en kwam, onder ijslijke lasterwoorden, vooruit.

Vlugge paarden brachten mij dan naar de voornaamste bezienswaardigheid van Agra, welker roem alleen reeds vele reizigers naar Indië heeft gelokt, naar den Tadsj Mahal, grafmonument, dat shah Jehan driehonderd jaar geleden voor zijn lievelingsvrouw heeft laten bouwen.

Cent balades d'amant et de dame no. 92, Christine de Pisan, Oeuvres poétiques, III p. 299. Vgl. Deschamps, X no. 52; L'histoire et plaisante cronicque du petit Jehan de Saintré, ed. G. Hellény, Paris, 1890. p. 415. Le Pastoralet, vs. 2054, p. 636; vgl. Les cent nouvelles nouvelles, II p. 118: "craindroit très fort estre du rang des bleuz vestuz, qu'on appelle communement noz amis."

Claude Menard, Hist. de Bertrand du Guesclin, p. 39, 55, 410, 488, La Curne, I p. 240. Le livre des faits de Jacques de Lalaing, chap. XVI ss., Chastellain, VIII p. 70. Le petit Jehan de Saintré, chap. 48. Germania cap. 31; La Curne, I p. 236. Heimskringla, Olafssaga Tryggvasonar, cap. 35; Weinhold, Altnordisches Leben, p. 462. La Marche, II p. 366. La Marche. II p. 381-387.