United States or Aruba ? Vote for the TOP Country of the Week !


Steil rijst de rots, en braam en stekelwisch, Die hatende aan heur breede flank zich kleefden, Behoeden daar een poel van duisternis, Waarom ze een doornenkrans van weedom weefden. Gelijk te middernacht een rosse smids’, Zoo zoekt die muil waar nacht en stilte zweefden, Om uit te wellen, nu het uchtend is Den blik, die ijst, voor waar nooit zielen leefden.

Daarboven hield hij het hoofd altijd even achterover in den nek, keek je zoo uitdagend van onderop aan, en wonderlijk uit de hoogte. Een trotsche, fanatiek hatende martelaarsfacie, ziekelijk wit in de rosse harigheid die tot een puntbaard verliep, en onder iedere emotie gloeiërig blozend. Dan was 't of hij koorts had; z'n lichtbruine oogen vonkelden in de innig zwakke donkere rimpeltjes-randen.

Niemand kende hem; en wijl Cosette geen lompen meer droeg, herkenden velen haar niet. Cosette ging heen. Met wien? waarheen? dit wist zij niet. Al wat zij begreep was, dat zij Thénardier's kroeg verliet. Niemand had er aan gedacht haar vaarwel te zeggen, evenmin als zij om van iemand afscheid te nemen. Zij verliet dat huis, gehaat en hatende.

»Ja, vriend! het hart van den natuurlijken mensch is boos en onaandoenlijk, hatende God en zijn evenmensch; vernis het, kleur het, en sier het uiterlijk zooveel gij wilt, het blijft een steen, een steen die op de aarde ligt en daaraan kleven blijft, tenzij Gods genade tusschenbeide komt en het herschept tot een vleeschen hart, door de onweerstandelijke kracht van Zijne Genade."

Kortom, om nu maar niet al de welgeslaagde figuren gedetailleerd te bespreken, de doorschouwingsinnigheid van den schrijver reikt overal diep genoeg, om ons duidelijk te doen gevoelen, dat ook deze Indo-Europeesche samen-leving precies als al hare zusteren van ons tijdvak, eigenlijk een apart-leving is van in dwaasheid en wanen bevangen, elkaar hatende en minachtende coterie'tjes en individuen.