United States or British Virgin Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


De man was niet in den grond gezonken, maar was haastig in 't donker de groote straat van Chelles doorgegaan; vervolgens was hij links, vóór hij aan de kerk kwam, den binnenweg ingeslagen, die naar Montfermeil voert, als iemand die het oord kende en er vroeger geweest was. Hij liep met spoed.

Voor wij verder gaan is 't noodig, eenigszins omstandig een zonderling feit te verhalen, 't welk te zelfder tijd te Montfermeil plaats had en misschien niet zonder invloed was op zekere gissingen van het openbaar ministerie. In de omstreken van Montfermeil bestaat een zeer oud bijgeloof, te vreemder en merkwaardiger, wijl een volksbijgeloof in de nabuurschap van Parijs als een aloë in Siberië is.

Het was, zooals we hebben gezegd, haar eerste liefde; ze had zich aan dien Tholomyès overgegeven als aan een echtgenoot, en het arme meisje had een kind. Te Montfermeil, nabij Parijs, was in het eerste vierde deel dezer eeuw een soort van kroeg, welke thans niet meer bestaat. Deze kroeg werd gehouden door de echtelieden Thénardier, man en vrouw, en was gelegen in het Bakkerssteegje.

Het meesterstuk, de schilderij van David, welke hij aan den heer Leblanc te koop had aangeboden, was, gelijk de lezer zal vermoed hebben, niets anders dan het uithangbord zijner kroeg, dat, zoo men zich herinnert, door hem zelven geschilderd was; het eenige wat van zijn schipbreuk te Montfermeil was overgebleven.

Hij sloeg steenen tot puin, en benadeelde de reizigers op den grooten weg. Hij was wegwerker en dief, en werd door een droom beheerscht; hij geloofde zeker, dat er schatten in het bosch van Montfermeil waren begraven. Hij hoopte eenmaal aan den voet van een boom geld in den grond te zullen vinden; in afwachting hiervan vergenoegde hij zich, het in de zakken der voorbijgangers te zoeken.

Al deze kramen waren, in afwachting der inwoners die naar de middernachtmis zouden gaan, met kaarsen in papieren lantaarns verlicht, 't geen, zooals de schoolmeester van Montfermeil zeide, die op dit oogenblik in de herberg van Thénardier zat, een "tooverachtige uitwerking" deed. Daarentegen zag men geen enkele ster aan den hemel.

Eenigen tijd later werd door de prefectuur van het departement Seine en Oise aan de prefectuur van politie te Parijs een nota gezonden, betreffende de ontvoering van een kind, welke ontvoering, zoo men zeide, onder bijzondere omstandigheden in de gemeente Montfermeil had plaats gehad.

Het einde van het dorp aan de zijde van Gagny putte zijn water uit de heerlijke vijvers, die daar in het bosch zijn; het andere einde, dat de kerk omgeeft, en aan de zijde van Chelles ligt, vond geen drinkbaar water dan aan een kleine bron, halfweg Chelles, bijna een kwartier van Montfermeil. 't Was voor ieder gezin dus een moeielijk werk zich van 't benoodigde water te voorzien.

O, 't is goed, dat mijnheer de maire vertrokken is; 't is waar, dat het vinnig koud is! Had hij ten minste zijn mantel bij zich? hij zal morgen hier zijn, niet waar? 't Zal morgen feest zijn. Morgenochtend moet ge er mij aan helpen denken, lieve zuster, dat ik mijn mutsje met kant opzet. Montfermeil, dat is een land! Ik heb dien weg vroeger te voet afgelegd. 't Was voor mij ver.

Toen naderde Jondrette de tafel, boog zich met over de borst gekruiste armen over de kaars, bracht zijn hoekige kin dicht bij het bedaarde gezicht van den heer Leblanc, en naderde hem zoo dicht mogelijk, zonder dat de heer Leblanc achteruit week, en in deze houding van een wild dier dat zijn prooi bespringt, riep hij: "Ik heet niet Fabantou, ik heet niet Jondrette, ik heet Thénardier! ik ben de herbergier van Montfermeil! hoort ge wel?