Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 mei 2025
Zijn gelaat droeg den stempel van volkomen tevredenheid, 't geen hem een bijzonder eerwaardig voorkomen verleende. Hij legde vier Louisd'ors op de tafel. "Neem dit voor de huur en de eerste behoeften, mijnheer Fabantou," sprak hij. "Vervolgens zullen wij zien." "God beloone 't u, mijn edele weldoener," zei Jondrette.
Hij hernam: "Vergeving, wat zeidet gij ook, mijnheer Fabantou?" "Ik zeide u, mijnheer en waarde beschermer," hernam Jondrette, de ellebogen op de tafel leggende en den heer Leblanc met strakke, teedere oogen, als die van een boaslang, aanstarende, "ik zeide u, dat ik een schilderij te koop had." Een zacht gerucht liet zich aan de deur hooren.
Toen de beide bezoekers daarop het armoedig verblijf in oogenschouw namen, fluisterde hij zacht en haastig zijn oudste dochter in 't oor: "Nu, heb ik 't niet gezegd? kleederen! geen geld! Zij zijn allen eender. Zeg eens, hoe was de brief aan dezen ouden schelm onderteekend?" "Fabantou," antwoordde de dochter. "Dramatisch artist, goed!"
't Was goed, dat Jondrette deze vraag gedaan had, want juist kwam de heer Leblanc naar hem toe en sprak tot hem, op den toon van iemand, die een naam zoekt: "Ik zie dat ge wel zeer te beklagen zijt, mijnheer..." "Fabantou," antwoordde Jondrette haastig. "Mijnheer Fabantou! juist. Nu herinner ik mij." "Dramatisch artist, mijnheer, indertijd zeer toegejuicht."
Vooreerst gaf geen der onderteekenaars zijn woonplaats op. Vervolgens schenen de brieven van vier verschillende personen te zijn; van don Alvarès, van vrouw Balizard, van den dichter Genflot en van den dramatischen artist Fabantou; maar 't was zonderling, dat deze brieven alle vier door dezelfde hand geschreven waren.
"Mijnheer Fabantou, zeide hij, ik heb niet meer dan vijf francs bij mij, maar ik zal mijn dochter naar huis brengen en van avond terugkomen; van avond moet ge betalen, niet waar?" Op zonderlinge wijze verhelderde zich Jondrettes gelaat. Haastig antwoordde hij: "Ja, mijn waarde heer, te acht uren moet ik bij den huisheer zijn." "Ik zal hier te zes uren wezen en u de zestig francs brengen."
In het gevaar verheft het stekelvarken zijn pennen, de kever houdt zich dood, de oude garde vormt zich in carré; deze man lachte. Vervolgens knipte hij een stofje van de mouw van zijn rok. Marius hernam: "Ge zijt ook de arbeider Jondrette, de comediant Fabantou, de dichter Genflot, de Spanjaard don Alvarès, en vrouw Balizard." "Vrouw? welke?" "En ge hebt te Montfermeil een kroeg gehouden."
"Maar wat zal men zeggen, mijnheer! zij bezit een wonderbaar sterke geestkracht. 't Is geen vrouw, 't is een os." Vrouw Jondrette, door dit compliment gestreeld, hernam met de liefelijkheid van een gevleid monster: "Ge zijt steeds al te goed voor mij, Jondrette!" "Jondrette," zei de heer Leblanc, "ik meende dat uw naam Fabantou was?" "Fabantou, genaamd Jondrette!" hernam de man schielijk.
't Was overigens nutteloos haar naar de woning der lieden, die straks hier geweest waren, te ondervragen; 't was blijkbaar dat zij die niet wist, wijl de brief, als Fabantou onderteekend, geadresseerd was aan "den weldadigen heer der kerk van Saint Jacques du Haut-Pas." Marius trad zijn kamer binnen en stiet de deur achter zich dicht.
Hij is heerlijk in de val geloopen! Ik zeide hem dat ik acteur was, dat ik Fabantou heette, dat ik met mademoiselle Mars comedie had gespeeld, dat mijn huisheer morgen 4 Februari betaald wilde zijn, en hij heeft zelfs niet opgemerkt dat de huur den 8 Januari en niet den 4 Februari vervalt. Dom uilskuiken! En hij brengt mij vier ellendige goudstukken met Lodewijk Filips er op! Canaille!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek