Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 mei 2025


Het sneeuwde niet meer; de maan drong hoe langer hoe helderder door de nevels heen, en haar licht, gepaard aan den witten weerschijn der gevallen sneeuw, gaf de kamer een schemerachtige verlichting. Er was licht in Jondrettes verblijf. Marius zag in de opening van den wand een roodachtig schijnsel, dat hem bloedig voorkwam. Het was duidelijk, dat dit schijnsel door geen kaars werd voortgebracht.

Hij sprong, veeleer dan hij klom, op de commode en plaatste zich weder voor het kleine spiegat in den wand. Hij zag weder in Jondrettes woning. Niets was in het aanzien van het gezin veranderd, dan dat de vrouw en dochters het pak kleeren verdeeld en de wollen kousen en jakken aangetrokken hadden. Twee nieuwe dekens waren op de beide kribben gelegd. Jondrette was blijkbaar juist binnengekomen.

In zijn angst, wegens hetgeen werd voorbereid, en in zijn afgrijzen, 't welk de Jondrettes hem hadden ingeboezemd, gevoelde hij een soort van vreugde bij de gedachte, dat het hem misschien mogelijk zou zijn een wezenlijken dienst aan haar, die hij beminde, te bewijzen. Maar wat zou hij doen? Zou hij de bedreigde personen waarschuwen? Waar zou hij ze vinden? Hij wist niet waar zij woonden.

Marius achtte het raadzaam van Jondrettes afwezigheid gebruik te maken om weder in huis te gaan; bovendien werd het laat; alle avonden ging vrouw Burgon uit, om borden schoon te maken, en zij was gewoon de huisdeur te sluiten, die in den schemeravond steeds dicht was; Marius had zijn sleutel aan den inspecteur van politie gegeven; 't was dus noodzakelijk, dat hij zich haastte.

In de onduidelijke woorden welke gesproken waren, zag hij niets helder, dan dat een hinderlaag, een onbekende, maar vreeselijke hinderlaag werd voorbereid; dat beide aan een groot gevaar waren blootgesteld, zij misschien, haar vader zeker; dat zij moesten gered worden; dat de heillooze plannen der Jondrettes moesten verijdeld, en het web dier spinnen moest verscheurd worden.

"Mijnheer Fabantou, zeide hij, ik heb niet meer dan vijf francs bij mij, maar ik zal mijn dochter naar huis brengen en van avond terugkomen; van avond moet ge betalen, niet waar?" Op zonderlinge wijze verhelderde zich Jondrettes gelaat. Haastig antwoordde hij: "Ja, mijn waarde heer, te acht uren moet ik bij den huisheer zijn." "Ik zal hier te zes uren wezen en u de zestig francs brengen."

Hij had zekerlijk meer dan eens de Jondrettes in de gang en op de trap ontmoet; maar zij waren voor hem slechts schimmen geweest, en zoo weinig had hij er op gelet, dat hij den vorigen avond de dochters van Jondrette tegen 't lijf was geloopen, zonder ze te kennen, want zij waren 't ongetwijfeld geweest, en zij, die zijn kamer was binnengegaan, had, bij den afkeer en het medelijden, welke zij hem inboezemde, nauwelijks een flauwe herinnering in hem opgewekt, dat hij haar elders ontmoet had.

Overigens hoorde hij geen de minste beweging bij de Jondrettes, niemand verroerde zich, niemand sprak of ademde, de stilte was er diep en kil, en zonder dit licht zou men zich naast een graf hebben gewaand. Marius trok zacht zijn laarzen uit en zette ze onder zijn bed. Eenige minuten verstreken.

Eene inhechtenisneming op groote schaal van booswichten als die in Jondrettes verblijf, welke noodwendig navorschingen en verdere gevangennemingen ten gevolge moest hebben, is een wezenlijke ramp voor deze afschuwelijke geheime maatschappij die onder de openbare maatschappij woont; zulk een avontuur sleept allerlei instortingen in die donkere wereld mede.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek