Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juni 2025


Zoo men het mij nu bracht, zou ik er rustig mede praten. Anders niet. Is 't niet natuurlijk, dat ik mijn kind wensch te zien, dat men opzettelijk van Montfermeil heeft gehaald? Ik ben niet verstoord. Ik weet immers, dat ik gelukkig zal worden. Den geheelen nacht heb ik witte dingen gezien en lieden die mij toelachten. Wanneer mijnheer de dokter het goedvindt, zal hij mij Cosette wel brengen.

Fantines dochtertje bevond er zich, en Jean Valjean ging het halen. Nu was dit kind door een onbekende gestolen? Wie kon deze onbekende zijn? Kon het Jean Valjean wezen? maar Jean Valjean was dood. Javert nam, zonder iemand iets te zeggen, plaats in 't rijtuig van "le Plat d'étain" in het slop van la Planchette en reed naar Montfermeil. Hij verwachtte er licht te vinden, en vond er duisternis.

Hij herinnerde zich, dat Jean Valjean hem luide had doen lachen, toen hij drie dagen uitstel verzocht om het kind van dat schepsel te gaan halen. Hij herinnerde zich, dat Jean Valjean te Parijs aangehouden was, juist toen hij in den wagen naar Montfermeil steeg.

Den geheelen dag was dit wonder van verbazing voor de jeugd uitgestald geweest, zonder dat te Montfermeil een moeder was gevonden, rijk of scheutig genoeg om ze voor haar kind te koopen. Eponine en Azelma hadden uren in haar beschouwing doorbracht, en zelfs Cosette had, hoewel steelsgewijze, ze durven begluren.

"Ik heet Cosette." Terwijl sedert 1823, de kroeg te Montfermeil allengs verzonk, niet in den afgrond van een bankroet, maar in het moeras van kleine schulden, hadden de echtelieden Thénardier nog twee kinderen, beiden knaapjes, gekregen; zoodat zij nu twee dochters en drie jongens hadden. Dit was veel.

't Was een soort van eeredienst met twee graden: het hoog-altaar voor den kolonel, het kleine voor Thénardier. Wat het teedere zijner dankbaarheid vermeerderde, was de gedachte aan den tegenspoed, waardoor hij wist dat Thénardier gevallen en verzwolgen was. Marius had te Montfermeil het bankroet van den ongelukkigen herbergier vernomen.

De moeder moest in haar graf tevreden zijn geweest, haar dochtertje rouw te zien dragen, en bovenal dat zij goed en warm gekleed was. Hij dacht aan het bosch van Montfermeil. Cosette en hij waren 't met elkander doorgegaan; hij dacht aan het toenmalige gure weder, aan de bladerlooze boomen, aan het bosch zonder vogels, aan den betrokken hemel; om 't even, het was bekoorlijk.

Zij was naaister; haar man was overleden; zij had te Parijs geen werk kunnen vinden; zij wilde het elders, in haar geboorteplaats, zoeken; zij had dien morgen Parijs verlaten, te voet; daar zij haar kind moest dragen, was zij moede geworden; toen had zij den wagen naar Villemomble ontmoet en daarin plaats genomen; vervolgens was zij weder tot Montfermeil te voet gegaan; de kleine had ook een weinig geloopen, maar niet lang; 't kind was nog zoo jong; zij had het weder op den arm moeten nemen, en toen was de engel in slaap gevallen.

Op zekeren morgen was mijnheer Madeleine in zijn kantoor bezig met het in orde brengen van eenige spoedeischende zaken der mairie, voor 't geval hij tot de reis naar Montfermeil mocht besluiten, toen men hem kwam verwittigen dat de inspecteur van politie Javert hem wenschte te spreken. Op 't hooren van dien naam kon de heer Madeleine een onaangenaam gevoel niet bedwingen.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek