Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juni 2025


Overigens maakte Boulatruelle, afgescheiden van deze gelijkenis, waarmede hij niet in 't reine kon komen, opmerkingen en gissingen. Deze man behoorde niet in deze streek te huis. Hij was er gekomen, stellig te voet, want op dit uur rijdt geen diligence door Montfermeil. Hij had den ganschen nacht geloopen. Van waar kwam hij? Van niet ver, want hij droeg noch reiszak noch pak.

Zij staarde angstvallig en hoorde dieren in het gras loopen, zij zag duidelijk spoken zich in de boomen bewegen. Toen greep zij weder den emmer; de angst gaf haar moed: Ha! zeide zij, ik zal haar zeggen dat er geen water meer was. En onversaagd trad zij Montfermeil weder binnen. Nauwelijks was zij honderd schreden gegaan, toen zij weder stilhield en haar hoofd krabde.

Eenigen tijd na de gebeurtenissen, welke wij verhaald hebben, werd Boulatruelle levendig getroffen. Boulatruelle is die wegwerker van Montfermeil, welken men reeds in de donkere gedeelten van dit boek even gezien heeft. Boulatruelle was, men herinnert het zich misschien, een man, die zich met allerlei verwarde en verschillende zaken bezighield.

En inderdaad deden aanvallen van hoest Fantine schier bij ieder woord afbreken. Fantine morde niet; zij vreesde dat zij door te harstochtelijke klachten het vertrouwen had geschaad, dat zij wilde inboezemen, en nu begon zij over onverschillige zaken te spreken. "Montfermeil is een lief plaatsje, niet waar? Des zomers doet men er pleiziertochtjes heen. Gaan de zaken van Thénardier goed?

Tegen den middag bevond zich Fantine, na nu en dan, om eens te rusten, tegen drie of vier stuivers in 't uur, gebruik te hebben gemaakt van de zoogenaamde snorwagens, die destijds in de omstreken van Parijs gevonden werden te Montfermeil in de Bakkerssteeg. Toen zij aan de herberg van Thénardier kwam, vielen de twee vroolijke meisjes op de kettingschommel haar in 't oog.

Men vermoedt dat hij onder de palen aan den kant van 't Arsenaal is geraakt. Deze man stond in 't gevangenisregister onder No. 9430 en heette Jean Valjean." Montfermeil ligt tusschen Livry en Chelles op den zuidelijken zoom van het hooge bergplat, dat de Ourque van de Marne scheidt.

Nauwelijks bespeurde men een paar sterren aan den hemel. Bij deze plek begint de glooiing van den heuvel. De man volgde den weg van Montfermeil niet; hij ging rechts over het veld en liep met haastigen tred naar het bosch. In 't bosch gekomen, ging hij langzamer en begon oplettend al de boomen te beschouwen, stap voor stap, als zocht en volgde hij een geheimen, hem alleen bekenden weg.

Wij behooren tot degenen die achting voor zeldzame planten hebben. Het bijgeloof van Montfermeil bestaat hierin: sinds onheugelijke tijden gelooft men, dat de duivel de bosschen kiest om er zijn schatten te begraven.

De Thénardier's meenden te eerder tot deze handelwijze gerechtigd te zijn, wijl de moeder, die steeds te M. sur M. was, ongeregelder begon te betalen. Zij was reeds eenige maanden ten achter. Zoo deze moeder na verloop van drie jaren te Montfermeil ware teruggekeerd, zou zij haar kind niet herkend hebben. Cosette, bij haar komst in dat huis zoo lief en frisch, was nu mager en bleek.

Deze mevrouw Victurnien dan, ging naar Montfermeil en kwam terug met het bericht, dat zij het kind gezien had.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek